“Ik denk dat deze vrouw lijdt aan een postnatale depressie”, zegt stagiair Mamadou Abdoulaye Diallo in het gezondheidscentrum van Labé in Guinee. Dokter Sangara knikt bevestigend wanneer Mamadou uitlegt waarop hij deze diagnose baseert. Met veel geduld en respect behandelt hij de patiënte en tegelijkertijd luistert hij leergierig naar de dokters die hem zo nu en dan bijsturen.
“Waarom ik koos voor de opleiding verpleegkunde?” Lang moet Mamadou niet nadenken om een antwoord te formuleren op deze vraag. “De liefde voor het vak, ik kan het niet anders uitleggen. Ik wil graag anderen helpen”, zegt hij.
Zijn stage, die drie maanden duurt, doet hij onder begeleiding van Fraternité Médicale Guinée (FMG). Deze organisatie komt op voor de rechten van de meest kwetsbaren in de samenleving en bevordert voor hen de toegang tot gezondheidszorg. Ze is uniek door haar focus op geestelijke gezondheidszorg en werkt daarvoor samen met Memisa. Daarnaast vindt FMG het belangrijk om toekomstig gezondheidspersoneel te begeleiden en door middel van stages te omkaderen.
Niet besmettelijk
Dokter Abdoulaye Sow richtte FMG op in 1994 samen met enkele net afgestudeerden dokters en is vandaag nog steeds directeur. Hun missie is sindsdien onveranderd gebleven. “Tijdens de cholera-uitbraak stelden we vast dat veel mensen geen toegang hadden tot gezondheidszorg”, vertelt hij.
|
“We konden onze ogen niet sluiten voor dit onrecht en besloten in de zwaar getroffen wijken aan de slag te gaan. “Al vlug behandelden we allerlei patiënten en dan voornamelijk zieken die nergens anders een behandeling kregen zoals homoseksuelen of personen met een psychische aandoening. Dat was niet eenvoudig. Zo moesten we de eerste jaren ook het eigen personeel overtuigen: dat het ok was om mensen met een mentale aandoening te behandelen. Dat het niet besmettelijk is.”
“Ik zag zieke patiënten die aarzelden om een gezondheidscentrum binnen te gaan, simpelweg omdat ze de wachtzaal niet wilden delen met een homoseksueel of een mentale patiënt. Dat is vandaag gelukkig anders in onze gezondheidscentra. We willen net bewust geen onderscheid maken tussen verschillende wacht- en behandelkamers, om zo het stigma niet in de hand te werken.”
Praktijkervaring
Wanneer Sow terugblikt op de afgelopen 20 jaar, is hij niet alleen trots dat hij vandaag meer dan 60 personen kan tewerkstellen en zo 60 families een inkomen kan geven. “Maar dat zijn ook 60 families die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen aan het wegwerken van het taboe rond mentale gezondheidszorg. Daarnaast ben ik tevreden dat we jonge gedreven verpleegkundigen en dokters een stageplaats kunnen bieden in een van de gezondheidscentra. Theoretische kennis is goed, maar praktijkervaring is zoveel beter.”
Iets wat stagiair Mamadou alleen maar kan beamen. “Ik leer zoveel bij door mee te draaien in dit gezondheidscentrum. Het menselijk contact met de patiënten kan je niet leren op de schoolbanken.”
In Guinee werkt Memisa samen met haar partner FMG, enerzijds in het kader van het programma medegefinancierd door België, anderzijds sinds september 2020 binnen een programma gefinancierd door de Europese Unie. Dit laatste project heeft tot doel de gezondheidsstructuren te versterken zodat de continuïteit van de zorg verzekerd is tijdens de COVID-19-epidemie, maar ook daarna. Een tweede onderdeel van het project omvat acties die specifiek kwetsbare bevolkingsgroepen beschermen zoals tuberculosepatiënten, meisjes en jonge vrouwen en patiënten met een psychische problematiek.