style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/10/Votre-texte-de-paragraphe-35.png');"

10 oktober 2024

“Het middenveld moet mensen met mentale kwetsbaarheden beschermen.”

In Mangembo (DR Congo) werkt Memisa samen met haar partners rond de integratie van mentale gezondheid in het zorgsysteem. Dr. Dierto Mputu is als ad-interim directeur van de BDOM (Bureau Diocésain des Oeuvres Médicales) van Kistantu en als partner van Memisa verantwoordelijk voor de uitvoering van een pilootproject rond de integratie van mentale gezondheidszorg in het zorgaanbod. Bij een bezoek aan ons land nam Dierto de tijd voor een gesprek over mentale gezondheid in de DRC. 

Dr. Dierto Mputu (rechts in beeld) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project rond mentale gezondheid

Mentale gezondheidsproblemen en stigmatisering in de DR Congo

Dierto begint het gesprek door te benadrukken dat mentale gezondheid een reëel probleem vormt voor de volksgezondheid in de DR Congo. De arts en ad-interim directeur van de BDOM van Kisantu zegt dat het ‘onze plicht is’ om in het kader van het recht op gezondheidszorg voor iedereen, ook zorg ter bestrijding van mentale gezondheidsproblemen aan te bieden. “Mensen met geestelijke gezondheidsproblemen verdienen een menswaardige behandeling. Het is mijn overtuiging om hen te ondersteunen”, aldus Dierto.

“Mensen met mentale problemen verdienen een menswaardige behandeling.”
Dr. Dierto Mputu

Het is onvermijdelijk dat de moeilijke omstandigheden waar Congolezen dagelijks mee worden geconfronteerd ervoor zorgen dat er heel wat mentale gezondheidsproblemen opduiken. Mentale kwetsbaarheden behoren tot de grootste gezondheidsproblemen van het land. “Tal van sociale en maatschappelijke problematieken beïnvloeden de mentale gezondheid van mensen in Mangembo”, legt Dierto uit. “Ondervoeding, werkloosheid en andere stressfactoren zoals de oorlog in het oosten van het land, hebben een serieuze impact.”

In het ziekenhuis van de gezondheidszone Mangembo (DR Congo) is de integratie van mentale gezondheidszorg een feit

In de DR Congo rust er een groot taboe op patiënten met mentale problemen. Net zoals dat het geval is hier in het Westen, is het ook in Congo voor veel mensen geen evidentie om mentale problemen te zien als volwaardige gezondheidsproblemen. “Helaas worden mensen met mentale gezondheidsproblemen vaak geconfronteerd met discriminatie, stigmatisering en schendingen van hun mensenrechten”, vertelt Dierto. Wegens het taboe rond mentale problemen, worden heel wat mensen in de DR Congo aan hun lot overgelaten.

Mentale gezondheidszorg behoort niet tot het zorgpakket in de DRC

“Buiten de hoofdstad en de grote steden, ontbreekt het zorgaanbod rond mentale gezondheid volledig”, zegt Dierto. En dat is ook het geval in de gezondheidszone Mangembo. “In het algemeen zijn er in deze regio zeer weinig gezondheidsdiensten die mentale gezondheidszorg aanbieden”, betreurt Dierto.

“In de DR Congo zijn er heel weinig gezondheidsdiensten die mentale gezondheidszorg aanbieden.” Dr. Dierto Mputu

Door de stigmatisering rond de problematiek en het ontbreken van zorgaanbod, is er door omstaanders (zoals familieleden, vrienden en kennissen van patiënten) amper aandacht voor het probleem. “Mensen met mentale gezondheidsproblemen worden eigenlijk al veroordeeld door het feit dat er helemaal geen zorg is voor hen”, zegt Dierto.

Om de kwaliteit van en toegang tot de gezondheidszorg te verbeteren, werkt Memisa in Congo samen met de BDOM van Kisantu aan het implementeren van geestelijke gezondheid in het gezondheidssysteem in Mangembo. Dit type zorgaanbod moet dus komen vanuit het middenveld. “Het is aan ons en onze partners, zoals Memisa, om de belangen van de mensen die kwetsbaar zijn, te verdedigen”, benadrukt de ad-interim directeur van de BDOM in Kisantu.

Hoe de integratie van mentale gezondheid in de zorg concreet verloopt

Vooraleer het pilootproject om mentale gezondheidszorg te integreren in het zorgsysteem kon worden ontwikkeld, werden in de gezondheidszone Mangembo ‘bottom-up’ analyses gemaakt en verschillende gezondheidsproblemen geïdentificeerd. “In Mangembo vonden we mentale gezondheid prioritair als interventiedomein. Dat was het belangrijkste besluit uit de bevindingen”, aldus Dierto.

Belangrijk om te vermelden is dat het pilootproject rond de integratie van mentale gezondheidszorg in de zorgverlening kadert in de bredere missie van Memisa om het gezondheidssysteem in verschillende gezondheidszones in de DR Congo, zoals die van Mangembo, te versterken.

De integratie van mentale gezondheidszorg verloopt op verschillende manieren, en ligt in lijn met hoe Memisa en haar lokale partners te werk gaan in andere gebieden en provincies. Eerst en vooral worden opleidingen voorzien in mentale gezondheidszorg. Enerzijds krijgen verpleegkundigen hierover een opleiding, zodat zij specifieke eerstelijnszorg kunnen aanbieden.  Daarnaast worden ook gemeenschapswerkers opgeleid, want zij spelen een cruciale rol om de bevolking op het platteland te sensibiliseren.

Ook het leveren van kwaliteitsvolle medicijnen in de verschillende gezondheidscentra vormt een belangrijk onderdeel van de interventie. “Want zonder medicijnen is de integratie van mentale gezondheidszorg niet realistisch”, legt Dierto uit. “Het is dan aan de gemeenschapswerkers om mensen in de landelijke gebieden ervan te overtuigen om medicijnen te nemen tegen bepaalde gezondheidsproblemen, en uit te leggen dat deze medicijnen effectief de problematiek kunnen verhelpen”, aldus Dierto.

“Zonder medicijnen is het niet realistisch om mentale gezondheidszorg te integreren in het zorgsysteem.” Dr. Dierto Mputu

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) roept actoren en overheden wereldwijd op om mentale gezondheidszorg toegankelijk te maken in de eerstelijnszorg. “En dat is wat we met dit project doen”, zegt Dierto. “Met dit project is het de bedoeling om de zorg dichter bij de gemeenschap te brengen.”

Momenteel is de mentale gezondheidszorg reeds in zes van de tien gezondheidscentra in Mangembo geïntegreerd, alsook in het ziekenhuis van Mangembo. In 2025 en 2026 is het de bedoeling dat alle gezondheidscentra in de zone gedekt worden. “En als we op het einde van het programma merken dat de resultaten goed zijn, dan kunnen we kijken om deze aanpak te dupliceren in andere gezondheidszones”, besluit Dierto.

Steun Memisa om mentale gezondheidszorg verder te integreren in de DR Congo. Door een gift te doen aan Memisa kunnen we in meer gezondheidscentra mentale gezondheidszorg aanbieden aan de meest kwetsbaren. Ook in andere partnerlanden werken we rond dit belangrijke thema. Via deze link kom je te weten hoe we mentale gezondheidsproblemen aanpakken in Guinee: https://memisa.be/geestelijke-gezondheidszorg-guinee/

 

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/09/©-Memisa-72.png');"

13 september 2024

Door Memisa op te nemen in je testament leef je voort in onze projecten

Steeds meer mensen stellen een testament op om zelf te kunnen bepalen wat er met hun erfenis gebeurt. Testamenten zijn nog nooit zo populair geweest. Op de internationale dag van het testament zetten we Annie en Philip, twee sympathisanten die Memisa opnamen in hun testament, in de kijker. Dankzij hun nalatenschap kan Memisa haar talrijke projecten blijven realiseren.

Ieder jaar nemen meerdere sympathisanten Memisa op in hun testament. Zij kunnen hun normen en waarden verder laten leven in de projecten van Memisa. Veel van onze schenkers willen graag hun steun verder kunnen zetten wanneer ze er niet meer zijn. Door Memisa op te nemen in hun testament, bouwen zij zo mee verder aan een gezonde wereld. Vandaag zetten we twee sympathisanten van Memisa in de kijker die hun idealen laten voortleven in de projecten van Memisa.

Bewondering voor het Congolese zorgpersoneel

Philip is jarenlang sympathisant geweest van Memisa. Een aantal jaar geleden besloot hij Memisa op te nemen in zijn testament. Uit bewondering voor het werk van Memisa, en vooral dat van het zorgpersoneel, wou Philip ook na het einde van zijn leven betekenisvol kunnen zijn. Tussen 1959 en 1968 woonde Philip zelf in de DR Congo, de plek “waar zijn hart ligt”.

Zelf heeft Philip in de DR Congo aan den lijve ondervonden dat het voor veel mensen niet vanzelfsprekend is om makkelijk toegang te krijgen tot zorginstellingen. “Wanneer we met de auto rondreden, passeerden we vaak zieke of zwangere vrouwen die medische hulp zochten. Ze moesten soms wel 100 kilometer te voet afleggen vooraleer ze hulp konden krijgen!”, aldus Philip.

“De verpleegkundigen die in moeilijke omstandigheden werken in de DR Congo zijn echte helden!” Philip, legaatgever Memisa

De man heeft enorm veel bewondering voor de verpleegkundigen die werken in de gezondheidscentra in de DR Congo. “De omstandigheden waarin zij moeten werken, zijn niet evident. Voor mij zijn het echte helden!”, aldus de legaatgever. “Ik laat graag na aan Memisa, omdat ik weet dat mijn geld goed terecht zal komen.”

Philip nam Memisa op in zijn testament

Internationale solidariteit als collectieve verantwoordelijkheid

Ook Annie (pseudoniem) koos ervoor om Memisa op te nemen in haar testament en zo dus ook na het einde van haar leven iets te kunnen blijven betekenen voor anderen.

Annie benadrukt dat ze het niet zeer breed heeft, maar dat ze het toch belangrijk vindt om zwangere vrouwen en kwetsbare gemeenschappen in Afrika te steunen. “Memisa informeerde me over een project dat ze op poten hebben gezet in Popokabaka (DR Congo), in samenwerking met het AZ Sint-Lucas in Brugge.” De ngo Memisa doet er alles aan om de kwaliteit van de gezondheidszorg in het ziekenhuis van Popokabaka en de omliggende gezondheidscentra te verbeteren. Tal van beperkingen bemoeilijken namelijk de toegang tot en de kwaliteit van de gezondheidszorg in de regio.

“Het verhaal van Memisa over Popokabaka heeft me overtuigd om het project te steunen via een legaat in mijn testament.” Waarna Annie benadrukt dat ze de “menselijke aanpak” van de ngo bewonderenswaardig vindt. Daar draagt ze met haar legaat op een zeer concrete manier aan bij. Het maakt wel degelijk een verschil op het terrein: de centen van donateurs en legaten zoals Annie zijn nodig om de weerbaarheid van kwetsbare gemeenschappen in Afrika te verhogen.

“De menselijke aanpak van Memisa vind ik bewonderenswaardig.” Annie, legaatgever Memisa

Bovendien is Annie ervan overtuigd dat we gezamenlijk, na wat er zich tijdens de koloniale periode heeft afgespeeld, Afrikaanse landen moeten ondersteunen. “We hebben hier in België onze rijkdom en welvaart grotendeels te danken aan landen in Afrika, zeker wat betreft DR Congo. Eigenlijk hebben we van hen gestolen wat wij nu hebben”, klinkt Annie overtuigend.

“Ik wil iets terugdoen voor mensen die het nu moeilijk hebben in Afrika, en meerbepaald in Congo.” Ze omschrijft het als een collectieve verantwoordelijkheid van ons allemaal. Annie vertelt verder over hoe ze in het leven staat. Om de toenemende polarisatie in de maatschappij tegen te gaan, probeert Annie zo veel mogelijk in verbondenheid te leven. “Ik probeer steeds verbinding te maken met andere mensen en ik vind dat het onze morele plicht is om te doen wat we kunnen doen voor anderen.” Annie inspireert graag mensen uit haar omgeving, maar concludeert dat uiteindelijk iedereen voor zich moet kunnen bepalen wat hij of zij voor een ander wil en kan betekenen.

Wil je zelf ook nalaten aan Memisa?

Het opmaken van een testament is trouwens niet ingewikkeld, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Meer informatie over hoe u kunt nalaten aan Memisa vindt u via de volgende link: https://memisa.be/steunen/legaat-schenking/

Overweegt u om Memisa op te nemen in uw testament? Heeft u vragen over het finaliseren van uw nalatenschap? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij luisteren naar uw verhaal en helpen u graag verder. U kunt ons bereiken op:

THIBAUT VERHAEGHE
+32 470 28 19 24
Of via mail: [email protected]

Ook bij Testament.be kunt u te rade gaan voor meer informatie en ondersteuning: https://www.testament.be/nl/

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/08/digitaliseringburundi1.png');"

13 augustus 2024

In Burundi verkleint Memisa de digitale kloof tussen patiënten en gezondheidscentra

In landelijke gebieden in Burundi ontbreekt de nodige technologie voor kwaliteitsvolle zorgverlening. Om aan de noden van de lokale bevolking in de provincie Muyinga te voldoen, zet Memisa haar schouders onder de uitrol van een project waarmee de gezondheidsdiensten op gemeenschapsniveau worden gedigitaliseerd. Memisa ondersteunt de uitrol van de applicatie OPEN CARE NET, die gemeenschapswerkers in staat stelt de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

 

In Burundi streeft Memisa ernaar om gezondheidssystemen te ondersteunen en de zorg toegankelijk te maken voor iedereen. Om deze missie te realiseren, is het essentieel om nieuwe technologieën en digitale toepassingen te omarmen. In heel wat lokale gemeenschappen en dorpen in Burundi ontbreekt de nodige technologie voor kwaliteitsvolle zorgverlening. Anno 2024 is E-gezondheid, ook wel bekend als e-health, een niet te missen onderdeel van een goed functionerend gezondheidssysteem.

 E -gezondheid (ofwel e-health) impliceert “het gebruik van informatie-en communicatietechnologieën (ICT’s) voor de gezondheid.” E-health maakt de volksgezondheid en de eerstelijnsgezondheidszorg mogelijk door middel van activiteiten zoals onder meer ziektebewaking, gegevensverzameling en analyse van de eerstelijnsgezondheidszorg, ondersteuning van gezondheidswerkers in de gemeenschap, patiëntbeheer, etc. (WHO).

In de gezondheidszone van Gashoho, in de provincie Muyinga, bestaan medische dossiers van patiënten voorlopig enkel op papier, met alle gevolgen vandien. Gezondheidsgegevens van patiënten zijn vaak onvolledig, incorrect en dus onbetrouwbaar. Daarnaast zorgt het gebrek aan digitalisering ervoor dat patiënten die thuis verzorgd worden niet in verbinding staan met de zorginstellingen, wat de toegang tot gezondheidszorg en de opvolging van medische dossiers bemoeilijkt.

 

(Foto: Medische dossiers op papier zijn vaak onvolledig en dus onbetrouwbaar)

“Handmatig patiëntenverslagen op papier invoeren neemt veel tijd en energie in beslag voor de gemeenschapswerkers, die vervolgens kilometers moeten afleggen naar het gezondheidscentrum om het verslag af te geven.” Dr. Eric Nkunzimana, medisch directeur in de provincie Muyinga.

Digitalisering is cruciaal voor het werk van gemeenschapswerkers

In Gashoho gaan 170 gemeenschapswerkers (gelinkt aan 16 gezondheidscentra) dagelijks op huisbezoek om patiënten te ontmoeten. Gemeenschapswerkers zijn essentieel voor de zorgverlening in landelijke gebieden. Ze spelen een cruciale rol bij epidemiologische surveillance, sensibilisering over gezondheidskwesties en de behandeling van veelvoorkomende ziektes zoals malaria, diarree en longontstekingen. Echter, hun werk wordt bemoeilijkt doordat medische dossiers op papier worden bijgehouden, wat leidt tot verlies en onbetrouwbaarheid van gezondheidsgegevens. Ook de administratieve rompslomp die hiermee gepaard gaat, kost heel wat tijd en energie voor de gemeenschapswerkers.

Om bovenstaande problematieken te verhelpen werd de applicatie OPEN CARE NET ontwikkeld. De uitrol van deze applicatie, die ontwikkeld werd door het lokale Burundees bedrijf “Interconnecting Burundi”, wordt mede ondersteund door Memisa. De app maakt het mogelijk om de overdracht van informatie te faciliteren naar de centrale server en verslagen te genereren van de behandelde patiënten. Op die manier bewijst deze innovatieve app haar nut onder meer om de opvolging van patiëntendossiers te verbeteren en deze betrouwbaarder te maken.

Meer tijd en ruimte voor een menswaardige behandeling

Het op afstand kunnen beheren van een patiënt met behulp van deze informatietechnologie is een efficiënte manier om zorg te verlenen, cruciaal voor de link tussen patiënten en gezondheidscentra. De app zorgt ervoor dat medische dossiers digitaal beschikbaar zijjn binnen het gezondheisdsysteem. Zo kunnen gegevens eenvoudiger verzameld, beheerd en gerapporteerd worden, en wordt de privacy van patiënten ook beter beschermd.

Aangezien niet alles meer op papier moet worden bijgehouden, verlaagt de administratieve werklast voor de gemeenschapswerkers aanzienlijk. Gemeenschapswerkers kunnen dus de patiëntgegevens bij de mensen thuis meteen registreren en doorsturen zonder dat ze zich daarvoor naar een gezondheidscentrum moeten verplaatsen. De tijd die vrijkomt, komt van pas voor een meer menswaardige behandeling van de patiënten thuis.

Talrijke voordelen van digitalisering

Laat ons de voordelen die deze digitalisering meebrengt voor de volksgezondheid van de inwoners van Gashoho nog even op een rijtje zetten:

  • De behandeling en verdere zorg van patiënten wordt op een betrouwbare manier geregistreerd.
  • De overdracht van informatie van de patiënt naar het gezondheidscentrum kan zonder verplaatsing.
  • De kwaliteit en dus de betrouwbaarheid van de data verbetert. Medische dossiers op papier zijn vaak onvolledig, bevatten fouten of geraken verloren.
  • Epidemieën en andere gezondheidscrises worden beter in kaart gebracht en opgespoord.
  • Er is een beter overzicht van de gezondheidsnoden van de lokale bevolking, essentieel voor een goede toegang tot gezondheidszorg.
  • Digitalisering resulteert in een lagere werklast voor gemeenschapswerkers en levert een efficiëntere dienstverlening op, waardoor tijd en ruimte vrijkomt voor een menswaardige behandeling.

 

 

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/08/image_123650291.jpg');"

5 augustus 2024

In Guinee ondersteunt Memisa de strijd tegen gendergerelateerd geweld

In het kader van het programma “Toegang tot zorg voor de meest kwetsbaren in Guinee” zijn afgelopen jaar heel wat successen geboekt omtrent de strijd tegen gendergerelateerd geweld. Memisa ondersteunt de lokale ngo F2DHG (Femmes, Développement et Droits Humain en Guinée) bij het uitvoeren van haar activiteiten rond het voorkomen van gendergerelateerd geweld, alsook het psychologisch ondersteunen van slachtoffers.

 

Het is essentieel dat overlevers van gendergerelateerd geweld de juiste psychologische ondersteuning krijgen.

In Guinee is gendergerelateerd geweld alomtegenwoordig. Vrouwelijke genitale verminking is er de meest voorkomende vorm van geweld, wat maakt dat gendergerelateerd geweld een belangrijk volksgezondheidsprobleem is in Guinee. Overlevers van seksueel geweld worden geconfronteerd met angstoornissen, depressie en posttraumatische stress. Het is essentieel dat zij de juiste psychologische ondersteuning krijgen.

Gendergerelateerd geweld is, naast mentale gezondheid, een belangrijk interventiethema voor Memisa in Guinee. We ondersteunen onze lokale partners onder meer in het opleiden van vroedvrouwen in psychologische en medische zorgverlening voor overlevenden, we voeren activiteiten uit rond slachtofferhulp en bieden zelf ook psychosociale, medische en juridische ondersteuning voor overlevenden van gendergerelateerd geweld.

In de prefectuur Télimélé, in het westen van Guinee, ondersteunt Memisa meer specifiek de lokale ngo F2DHG (Femmes, Développement et Droits Humain en Guinée), die gespecialiseerd is in gendergerelateerd geweld. De organisatie bestaat uit een grote groep vrijwilligers. Haar voornaamste activiteiten draaien rond slachtofferhulp en psychosociale ondersteuning voor overlevenden van gendergerelateerd geweld. F2DHG neemt bijvoorbeeld het voortouw om er bij een verkrachting voor te zorgen dat de dader vervolgd wordt en het slachtoffer de nodige hulp krijgt.

Concreet actieplan met succesvolle resultaten

In het kader van het programma “Toegang tot zorg voor de meest kwetsbaren in Guinee”, waar naast de lokale ngo F2DHG ook onze trouwe partner in Guinee FMG (Fraternité Medicale Guinée) mee voor de uitvoering zorgt, werd vorig jaar een actieplan op poten gezet ter bestrijding van gendergerelateerd geweld en het aanpakken van de gevolgen ervan. De activiteiten vonden plaats tussen mei 2023 en april 2024 in de stedelijke gemeente Télimélé en in de landelijke gemeenten Tarihoye en Sarékaly, en werden uitgevoerd door het F2DHG-team, meer bepaald door zogenaamde ‘Change agents’.

De ‘Change agents’ spelen een cruciale rol in het sensibiliseren van de gemeenschap over gendergerelateerd geweld.

Het programma had als voornaamste doelstelling om het aantal slachtoffers van gendergerelateerd geweld te verminderen in de prefectuur Télimélé, de overlevenden te betrekken bij de strijd tegen gendergerelateerd geweld in hun gemeenschap en psychologische en financiële steun bieden voor overlevenden. We lijsten een aantal principiële activiteiten op die F2DHG en FMG met de steun van Memisa hebben gerealiseerd het afgelopen jaar, verspreid over de regio Télimélé en in de gemeenten Tarihoye en Sarékaly:

• Educatieve sessies 

In de stedelijk gemeente Télimélé en in de plattelandsgemeenten Tarihoye en Sarékaly werden 19 educatieve sessies gehouden over verschillende thema’s met betrekking tot geweld tegen vrouwen, zoals kind- en gedwongen huwelijken, verkrachting, gezinsplanning, genitale verminking van vrouwen en huiselijk geweld. Deze activiteiten vonden plaats in scholen, in naaiateliers en bij mensen thuis. Tijdens deze 19 educatieve sessies werden in totaal maar liefst 263 mensen bereikt, waaronder 163 meisjes en vrouwen.

• Praatgroepen 

In de gemeente Sarékaly werden 24 praatgroepen georganiseerd, waarbij in totaal 388 vrouwen en meisjes gesensibiliseerd werden over verschillende thema’s gerelateerd aan geweld tegen vrouwen.Om te voorkomen dat verkrachting buiten de criminele sfeer blijft en om machtsonevenwichten tussen mannen en vrouwen in de gemeenschap te doorbreken, is er nood aan sensibilisering over de ernst van verschillende vormen van gendergerelateerd geweld. Door veel over het onderwerp te spreken, wordt seksueel geweld minder een taboeonderwerp. Sensibilisering vormt niet voor niets dé rode draad doorheen dit programma.

Dialoog tussen verschillende generaties is essentieel om het taboe rond seksueel geweld te doorbreken.

Tijdens deze praatgroepen werden de aanwezigen uitgenodigd om alle gevallen van verkrachting van minderjarigen te melden, waarna ze doorverwezen konden worden zodat ze professionele psychologische ondersteuning kunnen krijgen. Een jonge vrouw die anoniem wenst te blijven en slachtoffer is geworden van huiselijk geweld getuigt tijdens een praatsessie:

“Toen mijn man met me wou trouwen, beloofde hij me dat ik verder zou kunnen studeren. Helaas weigerde hij hier na de bruiloft aan toe te geven. Daarna vluchtte ik weg uit Conakry, en kwam ik toe in Télimélé zonder te beseffen dat ik al (ongewenst) zwanger was van zijn kind. Het kind is nu 6 à 7 maanden oud en mijn man neemt geen enkele verantwoordelijkheid op.”

• Intergenerationele dialogen 

Om het taboe rond gendergerelateerd geweld te doorbreken, is dialoog ook essentieel. Jonge meisjes gingen bijvoorbeeld in dialoog met jonge jongens, over thema’s gerelateerd aan geweld tegen vrouwen. In totaal werden 14 intergenerationele dialogen gefaciliteerd door de zogenaamde ‘Change agents’, over thema’s rond gendergerelateerd geweld. 395 mensen werden bereikt, waaronder 231 meisjes en vrouwen.

• Huisbezoeken

Een belangrijke schakel in de hulpverlening en sensibilisering rond gendergerelateerd geweld zijn huisbezoeken. 16 huisbezoeken werden uitgevoerd. Slachtoffers, alsook familieleden zijn Memisa, FMG en F2DHG enorm dankbaar voor de psychosociale en financiële steun en spreken hun vastberadenheid uit om verder te strijden tegen gendergerelateerd geweld.

Gendergerelateerd geweld is een groot volksgezondheidsprobleem in Guinee

Zoals hierboven te lezen valt, konden het afgelopen jaar in Guinee dankzij ons partnerschap met F2DHG en FMG honderden mensen gesensibiliseerd worden over gendergerelateerd geweld. De activiteiten vonden plaats onder goede omstandigheden en waren een groot succes. In totaal werden met dit programma 1083 mensen bereikt, waarvan 819 vrouwen.

Na een succesvol jaar van het programma, herbevestigen we ons engagement om de activiteiten verder te blijven uitvoeren en het partnerschap voort te zetten voor het welzijn van de overlevenden van gendergerelateerd geweld.

Opdat de strijd tegen gendergerelateerd geweld in Guinee kan worden verdergezet, zijn er middelen en materiaal nodig, en daarvoor rekenen we op de steun van onze donateurs en sympathisanten. Om de continuïteit van het project van F2DHG en FMG dat Memisa ondersteunt te garanderen, is er onder meer nood aan:

middelen om de maandelijkse premie te betalen voor de change agents die een cruciale schakel zijn in de strijd tegen gendergerelateerd geweld en alle dagen het beste van zichzelf geven
middelen om de ziekenhuiskosten te betalen van meisjes die opgevangen worden na seksueel geweld
regenkledij voor de ‘Change agents’, zodat ze bestand zijn tegen de regen in het regenseizoen
werkkledij voor de Change agents, zodat hun visibiliteit verhoogd wordt 

Doe een gift Memisa en steun zo vrouwen die het slachtoffer zijn van gendergerelateerd geweld!

 

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/05/c-Memisa-49-.png');"

21 mei 2024

Opinie: Gendergerelateerd geweld overschrijdt geografische en culturele grenzen

Gendergerelateerd geweld is een universeel probleem dat geen sociale of geografische grenzen kent. Van België tot in de DR Congo en elders in de wereld: gendergerelateerd geweld is een grens- en cultuuroverschrijdend probleem waar dringend meer aandacht aan moet worden besteed. Dat schrijven Anna Salvati en Thibaut Verhaeghe, medewerkers van de medische ngo Memisa, die het belangrijk vinden om het brede publiek hierover te sensibiliseren.

Wereldwijde genderongelijkheid als onderliggend probleem

Volgens het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE) is gendergerelateerd geweld een van de meest ernstige vormen van genderongelijkheid. ‘Dit probleem treft vrouwen onevenredig hard omdat het direct verband houdt met de ongelijke machtsverdeling tussen vrouwen en mannen’ (EIGE, 2016). Gendergerelateerd geweld verwijst naar alle schadelijke handelingen tegen een individu of een groep vanwege hun genderidentiteit.

Gegevens van over de hele wereld tonen aan dat gendergerelateerd geweld helaas alomtegenwoordig is. Of het nu gaat om verkrachting, huiselijk geweld of feminicide, gendergerelateerd geweld heeft een “universele dimensie”, wat impliceert dat het zowel geografische als sociale grenzen overschrijdt en dat niemand over de hele wereld zichzelf ervan kan verzekeren om deze vorm van geweld te ontlopen. Volgens UN Women, de vrouwenrechtenorganisatie van de Verenigde Naties, heeft wereldwijd één op de drie vrouwen op een moment in haar leven te maken gehad met fysiek of seksueel geweld (WHO, 2018).

Het is een universeel probleem dat overal voorkomt en iedereen kan treffen, op elk moment. Thuis, in de werkomgeving, in conflictgebieden, in vluchtelingenkampen… Gendergerelateerd geweld komt overal ter wereld voor, ongeacht cultuur, taal, etniciteit of geloofsovertuiging. Verkrachtingen bijvoorbeeld vinden niet alleen plaats in gebieden waar onveiligheid, armoede, of economische exploitatie de bevolking treft, zoals in het oosten van de DR Congo. Ook in de meest welvarende werelddelen is gendergerelateerd geweld geen uitzondering. In Italië werden afgelopen jaar maar liefst 103 vrouwen vermoord vanwege hun geslacht, volgens cijfers van het nationaal observatorium voor feminicide in Italië.

Mentale en fysieke lijdensweg

Seksueel geweld is een vorm van gendergerelateerd geweld en is een traumatische ervaring met diepe psychologische kwetsuren tot gevolg. Een aanval op onze allerintiemste delen brengt een onbeschrijfelijk gevoel van vernedering, en vaak ook schaamte, met zich mee. De invloed van seksueel geweld op het mentale welzijn is enorm. Overlevers van seksueel geweld (vanwege hun kracht en doorzettingsvermogen zou het fout zijn om hen als ‘slachtoffers’ te omschrijven) worden geconfronteerd met angststoornissen, depressie en posttraumatische stress.

Zowel mentaal als fysiek ruïneert het talloze levens wereldwijd. Het fysieke letsel dat vrouwen er aan overhouden veroorzaakt niet alleen pijn, maar doet ook kinderwensen uiteenspatten en heeft een serieuze impact op het seksleven. Deze vorm van geweld heeft ernstige gevolgen op de lichamelijke gezondheid van vrouwen. Het gaat vaak over wonden die onherstelbaar zijn, en in sommige gevallen lijdt seksueel geweld zelfs tot overlijden. Vrouwen moeten hun leven voortzetten met een mentale en vaak ook fysieke wonde die eigenlijk niet te genezen valt, zoals Denis Mukwege het verwoordt in zijn boek ‘De kracht van vrouwen’ (Mukwege, 2021).

In de DR Congo wordt het leven van de getroffen personen voorgoed hertekend. Na het misdrijf wordt de overlever van seksueel geweld meestal uitgestoten van haar leefomgeving en wordt het huwelijk met de man in heel wat gevallen ontbonden. Het is vaak zelfs zo dat ze op de één of andere manier verantwoordelijk wordt gehouden voor het misbruik, alsof ze het geweld door haar eigen gedrag heeft uitgelokt. Iets wat ook hier in het Westen maar al te vaak naar voren wordt geschoven als legitimatie voor seksueel ongewenst gedrag.

Gendergerelateerd geweld neemt niet af

Door een gebrek aan betrouwbare data is het moeilijk om voorvallen van seksueel geweld wereldwijd te kwantificeren. Daarbovenop is het ook zo dat vrouwen er vaak voor terugschrikken om misdaden die tegen hen werden gepleegd, te melden. Seksueel geweld is de vorm van geweld die wereldwijd het minst gerapporteerd wordt. Onderzoek toont aan dat gendergerelateerd geweld in tegenstelling tot andere vormen van geweld niet afneemt in Westerse landen (UN Women, 2020). En dat is verontrustend.

Gendergerelateerd geweld in het algemeen is wereldwijd alomtegenwoordig. Genitale verminking bijvoorbeeld vindt nog steeds plaats in maar liefst 33 landen in Afrika, 6 landen in Azië en 5 landen in het Midden-Oosten. Ook in bepaalde gemeenschappen in Oost-Europa en onder de diaspora in Europa en de Verenigde Staten is genitale verminking geen uitzondering. Naar schatting lopen elk jaar zo’n 4 miljoen meisjes het risico op vrouwelijke genitale verminking.

Ook verkrachtingen zijn een nog steeds aanzienlijk verspreide vorm van seksueel geweld tegen vrouwen. Het gebrek aan betrouwbaar cijfermateriaal staat echter niet in de weg om te kunnen spreken over een verkrachtingscrisis die zich op dit moment, en al zo veel jaren, afspeelt in de DR Congo. Vooral in het oosten van het land, waar miljoenen mensen getroffen worden door onveiligheid. In Ituri en Zuid-Kivu, waar we als ngo actief zijn, worden verkrachtingen ingezet als oorlogswapen.

Vrouwen als tweederangsburgers

De oorzaken van gendergerelateerd geweld hebben te maken met culturele, sociale, economische en politieke factoren. In dit opiniestuk zijn we genoodzaakt ons te beperken tot die eerste twee, die zich vertalen in vrouwelijke onderdrukking. Patriarchale sociale normen bestendigen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en dragen bij aan dit soort geweld.

In de DR Congo, maar ook in de meeste samenlevingen wereldwijd, is het vaak zo dat vrouwen vanaf hun geboorte als een soort van tweederangsburgers worden beschouwd. En op plaatsen en in samenlevingen waar mannen de sociale en politieke macht in handen hebben, loert seksueel geweld tegenover vrouwen om de hoek, en wordt het vaak getolereerd.

Van Afrika tot in Europa worden vrouwen geacht kinderen te baren en voor hen te zorgen, het huishouden te doen en te gehoorzamen aan hun man. Het dragen van lasten is traditioneel gezien ook iets waar vrouwen voor moeten opdraaien. De minachting voor het leven van de vrouw is uiteindelijk de oorzaak van een seksuele misdaad. Want vrouwen worden wereldwijd nog te vaak als ‘inferieur’ gezien. Al millennialang wordt onze samenleving vormgegeven door mannelijke dominantie, waardoor wereldwijd miljoenen, zoniet miljarden meisjes en vrouwen geconfronteerd worden met discriminatie en onrecht.

Geweld van mannen tegen vrouwen wordt ook gevoed door een cultuur van straffeloosheid, waarin de ‘agressor’ niet voldoende wordt gestraft en slachtoffers niet voldoende worden beschermd en gesteund. Een overgroot deel van de vrouwen wordt door het strafrechtsysteem in de steek gelaten. Overal ter wereld blijft verkrachting vaak buiten de criminele sfeer.

Doorbreken van machtsonevenwicht

Een van de manieren om seksueel geweld tegen te gaan is door machtsonevenwichten tussen mannen en vrouwen verder te doorbreken. Want gendergerelateerd geweld is en blijft een verhaal van macht. Dit opiniestuk is een warme oproep aan personen die een invloedrijke positie bekleden: spreek u uit over seksueel geweld. Want samen kunnen we als burgers, politici en activisten op allerlei manieren een rol spelen om van de wereld een veiligere plek te maken voor vrouwen, in eerste instantie door onze stem, en die van vrouwen, meer aan bod te laten komen.

We schreven dit stuk vanuit een gevoel van verontwaardiging over wat onze medemensen wordt aangedaan. Niemand verdient het om fysiek en mentaal te lijden door seksueel geweld. Als medewerkers van de medische ngo Memisa, die van de strijd tegen moedersterfte een prioriteit maakt, vinden we het belangrijk om het brede publiek bewust te maken van dit wereldwijde probleem. We vinden het ook belangrijk dat er wereldwijd maatregelen worden genomen om ze te voorkomen en te bestrijden. Door het brede publiek te sensibiliseren, alsook door komaf te maken met bepaalde taboeonderwerpen waaronder seksueel geweld, kunnen er positieve veranderingen tot stand komen in de manier waarop vrouwen behandeld worden. Daar geloven we in.

Anna Salvati is regionaal verantwoordelijke bij Memisa en heeft ervaring in het oosten van de DR Congo

Thibaut Verhaeghe is communicatiemedewerker bij Memisa 

Dit opiniestuk verscheen ook in MO Magazine: https://www.mo.be/opinie/gendergerelateerd-geweld-overschrijdt-geografische-en-culturele-grenzen 

 

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/05/©-Memisa-52.png');"

13 mei 2024

Hoe Memisa ondervoeding bestrijdt in Ituri (DR Congo)

In het kader van Project USE (Unis pour la Santé et l’Education) bestrijdt Memisa ondervoeding in Ituri, een provincie in het oosten van de DR Congo. Het project dat door de Europese Unie wordt gefinancierd heeft als doel de volksgezondheid en het welzijn van de bevolking in de DR Congo te verbeteren. Dr. Lipelba Houssinnet, die voor Memisa werkt in Ituri, geeft een woordje uitleg over hoe Memisa actie onderneemt om de toenemende voedselonzekerheid in de regio tegen te gaan.

 

In de DR Congo ondersteunt Memisa de strijd tegen ondervoeding

Zoals je kon lezen in het artikel dat we eerder dit jaar publiceerden, behandelt Project USE, dat door de EU wordt gefinancierd, verschillende deelthema’s. Naast Kongo-Central werden ook in Ituri al heel wat successen geboekt. Het project bereikt om en bij de 1.5 miljoen inwoners in de Congolese provincie, waar we interveniëren in 7 gezondheidszones.

Dr. Lipelba Houssinnet werkt voor Memisa in de provincie Ituri als Internationaal Technisch Assistent en Volksgezondheidsarts en geeft in dit artikel meer duiding over hoe Memisa de strijd tegen ondervoeding in Ituri ondersteunt. Het bestrijden van ondervoeding is belangrijk voor Memisa, aangezien dit een van de voornaamste oorzaken is van kindersterfte. Door onder meer de productie en consumptie van lokaal voedsel te promoten, lokaal geproduceerd voedsel te leveren aan gezondheidscentra en de bevolking te sensibiliseren, draagt Memisa bij aan de strijd tegen ondervoeding.

Politieke en economische factoren wakkeren ondervoeding aan 

In de DR Congo is ondervoeding een structureel probleem dat in sommige delen van het land verergerd wordt door externe factoren, zoals epidemieën of conflicten. In Ituri zorgen zowel politieke als economische factoren ervoor dat de voedselonzekerheid ferm wordt aangewakkerd. In het door oorlog verscheurde Ituri zijn ondertussen meer dan 1.6 miljoen mensen ontheemd (Norwegian Refugee Council, 2024). De onveiligheid alsook de instabiele economische situatie, maakt dat mensen hun hebben en houden vaak moeten achterlaten.

Ontheemd zijn betekent in heel wat gevallen ook dat je onzeker bent of je je kind iets te eten kunt geven. “Mensen komen vaak op onbekend terrein terecht nadat ze hun huis hebben moeten ontvluchten”, aldus Dr. Houssinnet. “Daardoor is het bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend om aan landbouw te doen en zelfvoorzienend te blijven. Als gevolg kunnen duizenden gezinnen niet aan hun behoeften voldoen.”

 

Dr. Lipelba Houssinnet werkt als Internationaal Technisch Assistent voor Memisa

De situatie in Ituri zorgt er ook voor dat de toegang tot gezondheidszorg voor miljoenen mensen wordt bemoeilijkt. Vooral vrouwen en jonge kinderen worden getroffen. De beperkte toegang tot zorginstellingen in de regio is nefast voor de ondervoeding. Wegens de slechte economische staat waarin heel wat gezinnen verkeren door de bovengenoemde redenen, zijn er vaak geen middelen om een kind te laten verzorgen. Net daarom komt ondervoeding ook veel vaker voor bij gezinnen die het niet breed hebben.

Naast de politieke en economische factoren, beïnvloeden ook vaak voorkomende ziektes in de regio de hoge cijfers van ondervoeding. Verschillende pathologieën zijn alomtegenwoordig in de regio, zoals malaria en bloedarmoede. “Deze aandoeningen zorgen ervoor dat kinderen sneller ondervoed geraken”, legt Dr. Houssinnet uit. Ook het gebrek aan drinkbaar water in de regio brengt complicaties met zich mee die voor een toename in het aantal ondervoede kinderen zorgen. “Wanneer kinderen niet beschikken over drinkbaar water, krijgen ze vaak diarree, waarna ze verzwakken en vatbaarder zijn om ondervoed te geraken.”

Productie en consumptie van lokale voeding

Om de voedselzekerheid van de lokale bevolking in Ituri te verbeteren, tracht Memisa de voedselautonomie te verhogen en verbeteren we het voedingspatroon van kinderen met behulp van lokale producten. “Als alternatief voor de import van kant-en-klare therapeutische gerechten als quick-fix solution, is het op de lange termijn beter om ervoor te zorgen dat bevolking zelf voor de productie van evenwichtige maaltijden en gerechten kan zorgen”, aldus Lipelba.

Om ondervoeding tegen te gaan, reageren veel internationale organisaties door therapeutisch voedsel (zoals plumpy’nut) in te voeren. Hoewel deze oplossing op de korte termijn heel wat kinderen er bovenop kan helpen, is ze op lange termijn niet houdbaar. Om de afhankelijkheid van geïmporteerde producten te verminderen, stimuleert Memisa de bereiding van calorierijke pap voor kinderen die lijden aan ernstige ondervoeding. Ingrediënten voor deze pap zijn lokale producten zoals maïsmeel, olie en pinda’s.

“Als alternatief voor de import van kant-en-klare therapeutische gerechten is het op de lange termijn beter om ervoor te zorgen dat de bevolking zelf evenwichtige maaltijden kan bereiden.”  Dr. Lipelba Houssinnet

 

Evenwichtige maaltijden zijn essentieel om ondervoeding bij kinderen tegen te gaan

Sleutelrol voor gemeenschapswerkers

Gemeenschapswerkers, die door Memisa worden opgeleid, adviseren de mensen ook om verschillende recepten te gebruiken op basis van lokaal voedsel om evenwichtige gerechten te maken. De oorzaak van ondergewicht bij kinderen is niet enkel te wijten aan te weinig eten. Ook door een te eenzijdig dieet krijgen Congolese kinderen niet voldoende essentiële vitamines en voedingsstoffen binnen, wat leidt tot gezondheidsproblemen.

De verbetering van de autonomie wordt gestimuleerd door culinaire demonstratiesessies. “Tijdens deze kookworkshops, die door Memisa worden ondersteund, leren ouders hoe ze evenwichtige maaltijden kunnen bereiden met lokale producten, zodat hun kinderen gevarieerd voedsel krijgen dat rijk is aan micronutriënten”, legt Dr. Houssinet uit.

De gemeenschapswerkers staan rechtstreeks in contact met de lokale gemeenschap en zijn uiterst geschikt om ondervoeding vroegtijdig op te sporen. Daarnaast vervullen ze ook een belangrijke rol in het sensibiliseren van de lokale gemeenschap. Door huisbezoeken uit te voeren, ondersteunen de gemeenschapswerkers de lokale bevolking in hun voedingsgewoonten. “Tijdens huisbezoeken wordt bijvoorbeeld ook aangeraden welke voeding geschikt is voor verschillende leeftijdscategorieën van kinderen.”

Memisa ondersteunt kookworkshops in Ituri

 

Duurzaam mechanisme als reactie op externe factoren

Het mechanisme dat door Memisa werd opgezet om te werken met de productie van gerechten op basis van lokale producten, kwam er als reactie op twee fenomenen. Enerzijds het feit dat door de Ebola-uitbraak in Ituri, alsook de Covid-19-pandemie de grenzen gesloten waren waardoor industriële voeding niet meer kon worden ingevoerd. Een andere reden is dat industriële voeding veel duurder is dan wat lokaal geproduceerd kan worden.

De productie van lokaal voedsel garandeert de beschikbaarheid op lange maar ook op korte termijn. Een van de nadelen van geïmporteerde kant-en-klare maaltijden en producten is de lange logistieke cyclus. “Vaak komen deze producten pas 6 maanden na bestelling aan, veel te lang om de situatie van een ondervoed kind nog te keren”, aldus Dr. Houssinnet. “Door lokaal voedsel te produceren en consumeren, gaan we dit probleem tegen.”

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/02/©-Memisa-35.png');"

19 februari 2024

“Internationale samenwerking vereist een goede kennis van wat er zich op het terrein afspeelt.”

Karel Gyselinck en Memisa zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Na meer dan tien jaar actief te zijn als medisch verantwoordelijke, zet Karel zich vandaag nog steeds vrijwillig in als medisch adviseur voor de organisatie die hij een warm hart toedraagt. Als vrijwilliger bij Memisa volgt hij onder andere ons project in India op. Een boeiend gesprek over zijn periode bij Memisa, de samenwerking met de partners in India, en de veranderende sector van ‘Ontwikkelingssamenwerking’.

 

Karel was jarenland medisch verantwoordelijke bij Memisa en is vandaag nog steeds vrijwillig medisch adviseur

In 1996, nadat hij vijf jaar in een ziekenhuis in Zambia heeft gewerkt samen met zijn vrouw en een master in Public Health behaalde aan het Tropisch Instituut in Antwerpen, ging Karel aan de slag bij Memisa. Twaalf jaar lang werkte de huisarts van opleiding bij Memisa als medisch verantwoordelijke, waar hij een mooie periode meemaakte. “Van in het begin schaarde ik me volop achter de visie van Memisa”, aldus Karel.

Maar waarom gaat een huisarts van opleiding op de hoofdzetel van een ngo werken? “Ik vond dat mijn werk als medisch verantwoordelijke bij Memisa heel nauw aansloot bij het werk als huisarts. Je biedt een luisterend oor, verwijst mensen door, werkt samen met specialisten en gaat met elkaar rond de tafel zitten.” Karel’s intrinsieke motivatie om te werken in deze sector gaat uit van zijn liefde voor samenwerking en multiculturaliteit. “Samen met mensen uit andere continenten, andere culturen, elkaar verrijken met kennis en ervaring, dat vind ik een waardevolle insteek in het leven”, aldus Karel.

De veranderende context van internationale samenwerking

Karel Gyselinck heeft tonnen ervaring in de sector van Internationale Solidariteit. Anno 2024 ziet hij een aantal positieve evoluties. Wat Memisa kenmerkt in de manier waarop er aan internationale samenwerking wordt gedaan, draait om drie basiswaarden, volgens Karel uit: gelijkwaardig partnerschap, terreinkennis en flexibiliteit. Dat vergt een woordje uitleg.

In India werkt Memisa samen met WBVHA in het kader van women empowerment


Gelijkwaardige partnerschappen
vormen een fundamenteel onderdeel van de manier waarop Memisa aan internationale samenwerking doet. Een goede zaak volgens Karel, want volgens de vrijwilliger van Memisa die jarenlang als medisch verantwoordelijke werkte, is het belangrijk dat de vraag naar samenwerking vanuit de partner zelf komt. “We mogen zelf geen hulp opdringen, wat in het verleden al te vaak gebeurde, maar we moeten ons bescheiden opstellen”, aldus Karel. Terwijl ‘ontwikkelingssamenwerking’ vroeger enorm Noord-Zuid gericht was, schrijven ngo’s zich nu steeds meer in in een lang proces, dat door de partners zelf wordt geleid.

“In de manier waarop we samenwerken moeten we ons bescheidener opstellen.”
Karel Gyselinck

Karel haalt aan dat het belangrijk is om constructief en in dialoog samen te werken en om niet aan agenda-setting te doen. “Het is niet aan ons om met oplossingen te komen, die komen hoofdzakelijk van het terrein zelf. De souvereiniteit van het partnerland is steeds het vertrekpunt, maar als actoren van internationale samenwerking kunnen we dat proces wel ondersteunen.”

Een tweede belangrijk aspect is flexibiliteit. Procedures die gepaard gaan met de uitvoering van projecten moeten flexibiliteit toelaten. “Want het is belangrijk dat er inhoudelijk kan worden bijgestuurd bij het uitvoeren van een project, in functie van de veranderende context. Als we India vandaag vergelijken met twintig jaar terug, dat is helemaal niet hetzelfde. De manier waarop we namelijk invulling geven aan een project, is helemaal anders.”

Ook terreinkennis is cruciaal binnen internationale samenwerking, “iets waar Memisa erg sterk in is”, zegt Karel. “Eens je op het terrein komt, zie je pas echt wat de werkelijke noden zijn, en pas dan kunnen theorie en concepten met succes vertaald worden.” Een andere positieve verschuiving is er een van de kennisproductie en -uitwisseling. “Waar we vroeger vooral steunden op Europese expertise, is het merendeel van experts waar vandaag mee wordt samengewerkt afkomstig uit andere continenten. Die kennisuitwisseling met en tussen landen in het Globale Zuiden is razend interessant.”

“Terreinkennis is cruciaal om te weten wat de werkelijke noden zijn.”
Karel Gyselinck

Een positieve samenwerking in India dankzij terreinkennis

In India ondersteunt Memisa de West Bengal Voluntary Health Association (WBVHA), een organisatie die haar schouders zet onder een netwerk van lokale ngo’s. Gesteund door Memisa, onderscheidt de WBVHA zich door haar impact op het terrein. Zo ondersteunt WBVHA bijvoorbeeld de mobilisatie van gemeenschappen om lokale initiatieven te ontwikkelen die het recht op en de toegang tot gezondheidszorg bevorderen.

Als vrijwilliger bij Memisa werkt Karel voornamelijk mee aan de opvolging van het project in India, waar hij al meer dan 25 jaar ervaring heeft opgedaan, in samenwerking met WBVHA. Samen hebben Memisa en WBVHA meer dan 40 lokale ngo’s in een netwerk rond gezondheidszorg bijeengebracht. Vrouwen hebben er onder meer zelfhulpgroepen opgericht voor medisch urgenties.

Ook de band met de overheid wordt er versterkt, wat erg belangrijk is volgens Karel, “want om verandering teweeg te brengen, moet je niet alleen lokaal oplossingen gaan zoeken, maar moet je ook aan beleidsbeïnvloeding gaan doen bij de overheid. Daarvoor moet je je organiseren in een forum en moet je netwerken.”

De samenwerking met onze partner in India is een goed voorbeeld van een samenwerking waarbij de drie kernonderdelen, gelijkwaardig partnerschap, terreinkennis en flexibiliteit, aan bod komen. “Bij dit partnerschap ligt het zwaarste gewicht bij de partner. En door vele jaren samen te werken, hebben we een gedeelde visie en gemeenschappelijke waarden ontwikkeld en zij we naar elkaar toegegroeid”, besluit Karel.

Karel Gyselink en Biswantah Basu van de West Bengal Voluntary Health Association: ‘Er is een mooie vriendschap ontstaan.”

 

Uit de langdurige samenwerking met de partners uit India kwam ook een boek tot stand, waarin de ervaringen over gezondheidszorg in India werden gebundeld. Samen met de Indiase collega’ en academici schreven medewerkers en vrijwilligers van Memisa waaronder Karel het boek ‘Sailing below the waves’.

 

Wil jij je ook engageren bij het verbeteren van de toegang tot gezondheidszorg wereldwijd? Bekijk om onze website welke openstaande vacatures er zijn als vrijwilliger: https://memisa.be/vacatures/
style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/02/©-Memisa-30.png');"

5 februari 2024

Geboorteregistratie en het gezinsdossier: twee fundamentele onderdelen van Project USE

In het kader van Project USE (Unis pour la Santé et l’Education), biedt Memisa technische bijstand en financiële steun om geboorteregistraties, alsook de implementatie van het gezinsdossier, te faciliteren. Het project dat door de Europese Unie wordt gefinancierd draait ondertussen op volle toeren. Dr. Yves Sossou, die voor Memisa werkt in Kongo-Central, geeft een woordje uitleg bij deze twee belangrijke onderdelen van het project.

 

Kinderen waarvan de geboorte werd geregistreerd hebben meer toegang tot gezondheidszorg (foto: Kongo-Central, DR Congo)

Het gezinsdossier als instrument voor meer kwaliteitsvolle zorg

Om de gezondheidssituatie van de inwoners in Kongo-Central te verbeteren, werd in het kader van Project USE het gezinsdossier ingevoerd. In samenwerking met haar lokale partner MUSAKIS-FASS zorgt Memisa aan de hand van technische bijstand en financiële steun voor de implementatie ervan. Dankzij de invoering van het gezinsdossier is de gezondheidstoestand van gezinsleden en in de interventiegebieden beter bekend binnen het lokale gezondheidssysteem.

Yves Sossou, die als Internationaal Technisch Assistent en Volksgezondheidsarts werkt in de regio voor Memisa, omschrijft het gezinsdossier als “een database” met informatie over de gezondheidstoestand van de afzonderlijke gezinsleden. “Het gezinsdossier laat toe om diepgaande kennis van gezinssituaties te verkrijgen, en biedt bijgevolg de mogelijkheid om uitgebreide en specifieke zorg te verlenen aan ieder gezinslid”, aldus Yves.

Meer specifieke zorg en meer vertrouwen in de zorgverlening

Hierdoor onstaat een soort van ‘wederzijdse verbintenis’ tussen de bevolking en gezondheidscentra, waardoor de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg wordt verbeterd. Enerzijds verbinden de gezondheidscentra er zich toe om uitgebreide, specifieke en continue zorg van hoge kwaliteit te bieden, terwijl de bevolking er zich toe verbindt om, wanneer men hulp nodig heeft, de gezondheidscentra te zien als een betrouwbare plek waar ze geholpen kunnen worden. Het is kortom een win-win situatie voor de ganse samenleving.

HET GEZINSDOSSIER 

⇒ is een database die gegevens bevat over de gezondheidssituatie van gezinnen

⇒ in het dossier staan de vorige medische ingrepen gedocumenteerd

⇒ garandeert dus een grondige kennis van gezinssituatie

⇒ waardoor specifieke zorg kan worden aangeboden voor de patiënt en per interventiegebied

⇒ maakt epidemiologisch onderzoek mogelijk

Het gezinsdossier schept een beeld van de algemene gezondheidstoestand

Dergelijke gezinsdossiers worden continu geactualiseerd. “De gegevens worden voortdurend verzameld en bijgewerkt, telkens wanneer een van de gezinsleden een gezondheidscentrum of ziekenhuis bezoekt, of wanneer een gezondheidswerker op huisbezoek komt”, duidt Dr. Sossou.

 

Yves Sossou is verantwoordelijk voor het slagen van Project USE in de provincie Kongo-Central (DR Congo)

Om meer kennis te verwerven over de noden in de regio, is het gezinsdossier een cruciaal hulpmiddel. Gezinsdossiers maken het mogelijk om diepgaand epidemiologisch onderzoek te voeren naar de bevolking in de specifieke interventiegebieden. Zo kunnen er bijvoorbeeld conclusies worden gemaakt van de meest voorkomende pathologieën in de regio. Ook om die reden zorgt het gezinsdossier er dus voor dat er meer zorg op maat kan worden geboden aan de lokale bevolking die is aangepast aan vaak voorkomende ziektes.

Geboorteregistratie als sleutel tot waardig burgerschap

Een belangrijk onderdeel die als ‘toegangspoort’ kan dienen tot het gezinsdossier is het registreren van de geboorte, ofwel geboorteregistratie. Wanneer een geboorte niet geregistreerd wordt, is het opstellen van het gezinsdossier minder eenvoudig. Belangrijker nog: wanneer de geboorte van een kind niet wordt geregistreerd, is dit nefast voor zijn of haar toegang tot gezondheidszorg. “Zodra een kind specifieke zorg nodig heeft en bijvoorbeeld moet worden overgeplaatst naar het buitenland, wordt de toegang tot gezondheidszorg niet eenvoudig zonder geboorteakte, omdat de reisdocumenten dan niet snel verkregen kunnen worden”, legt Yves uit. Dit vergt een woordje uitleg.

Geboorteregistratie maakt deel uit van de kinderrechten, die verankerd zijn in de kinderbeschermingswet van de DR Congo. Bij het ontbreken van een geboorteakte, beschikt het kind in kwestie niet over waar hij of zij recht op heeft. “Dat gaat over allerhande burgerlijke, politieke, sociale en culturele rechten, die onder meer gerelateerd zijn aan onderwijs, nationaliteit, erfenis bij het overlijden van de ouders, en de toegang tot gezondheidszorg”, legt Dr. Sossou uit.

In de DR Congo, en meer specifiek in de provincie Kongo-Central, is de situatie omtrent geboorteregistraties zorgwekkend. Voor de interventie van Memisa in de gezondheidszones Kisantu, Ngidinga en Gombe-Matadi, werden slechts 31 % van de geboortes geregistreerd. “En dat betekent dus dat meer dan twee derde van de kinderen er geen documenten van burgerlijke stand hebben, wat hun burgerschap als kinderen van de DR Congo in gevaar brengt”, aldus Dr. Sossou.

 

Artsen, verpleegkundigen, gemeenschapswerkers… Iedereen steekt een handje toe bij het faciliteren van geboorteregistraties

Hoe Memisa geboorteregistraties faciliteert

“Dankzij de ondersteuning van Memisa om geboorteregistraties te vergemakkelijken, is het cijfer van geboortes die geregistreerd worden in de drie gezondheidszones waar Memisa intervenieert gestegen naar maar liefst 61%”, aldus Yves, die deze voortgang omschrijft als “aanmoedigend en veelbelovend.”

Wanneer een geboorte in de DRC niet wordt geregistreerd binnen de 90 dagen, bedragen de kosten voor een geboorteregistratie tussen de 140 en 180 euro per kind. “En daarom zijn er heel wat ouders die de geboorte van hun kinderen niet laten registreren na deze 90 dagen”, zegt Dr. Sossou. Het is dan aan het Vredegerecht of de jeugdrechtbank om hierover te beslissen. Ondertussen heeft Memisa al meermaals gepleit voor het opzetten van een mechanisme voor de regularisatie van geboorteakten van kinderen ouder dan 3 maanden. Zo werden er pleidooien gehouden bij het Mbanza-Ngungu Children’s Court en het Madimba Peace Court.

De aanzienlijke verbetering in het aantal geboorteregistraties is onder meer te danken aan het feit dat er een volmachtformulier werd ingevoerd voor geboortes op de kraamafdeling, die aan het einde van elke maand ingeleverd worden bij de burgerlijke stand, waarna geboorteaktes aan de ouders worden overhandigd.

Hierover werd een opleiding georganiseerd voor gezondheids- en overheidspersoneel. “De reiskosten worden betaald in de vorm van een forfaitair bedrag aan het einde van elke maand aan de verantwoordelijke van elk gezondheidscentrum, zodat geboorteakten kunnen worden afgegeven en opgehaald”, legt Yves uit.

Ouders sensibiliseren over het belang van administratieve formaliteiten bij de geboorte van hun kind

De lokale bevolking ziet niet altijd het belang in van geboorteregistraties. Daarom zet Memisa ook in op sensibilisering, via gemeenschapswerkers, waarbij de lokale bevolking wordt geïnformeerd over wat een geboorteakte is en wat het nut ervan is, wat de voordelen ervan zijn, maar ook wat de gevolgen (kunnen) zijn van het niet registreren van een geboorte. Aan de hand van onder meer rollenspellen en presentaties wordt de bevolking hier grondig over geïnformeerd. Ook tijdens bijvoorbeeld prenatale en postnatale consultaties, alsook tijdens vaccinatiesessies sensibiliseert Memisa (toekomstige) moeders. De gemeenschapswerkers spelen hierin, en meer specifiek wat betreft de huisbezoeken, ook een belangrijke rol.

Wil je meer informatie over welke thema’s project USE nog behandelt in Kongo-Central? Lees dan zeker ons artikel dat in januari verscheen: https://memisa.be/met-project-use-ondersteunen-we-het-welzijn-en-de-gezondheid-van-de-congolese-bevolking/

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/01/©-Memisa-21.png');"

9 januari 2024

Met Project USE ondersteunen we het welzijn en de gezondheid van de Congolese bevolking

In het kader van Project USE, een project dat door Memisa wordt uitgevoerd en door de Europese Unie wordt gefinancierd, werkt Memisa aan het verbeteren van de volksgezondheid en het welzijn van de populatie in de DR Congo. Het grootschalige project focust op verschillende deelthema’s. In Ituri en Kongo-Central, de twee provincies waar het project wordt uitgevoerd, werden reeds mooie successen gerealiseerd. Ondertussen is het project bijna een jaar aan de gang. Yves Sossou werkt voor Memisa in de de provincie Kongo-Central als Internationaal Technisch Assistent en Volksgezondheidsarts en geeft in dit artikel duiding over het project en maakt voor ons een stand van zaken op.

 

Yves Sossou is verantwoordelijk voor het slagen van project USE in de provicinie Kongo-Central (DR Congo)

Multidimensionele aanpak

Om de kwaliteit van de zorgverlening in de DR Congo te verbeteren, hanteert Memisa een multidimensionele aanpak. Met Project USE (Unis pour la Santé et l’Education) draagt Memisa bij aan de verbetering van de gezondheid en het welzijn van de Congolese bevolking, door het lokale gezondheidssysteem te versterken. De begunstigden van het project zijn de om en bij de 2.000.000 inwoners van de provincie Ituri, alsook de inwoners van Kongo-Central, waar zo’n 500.000 mensen wonen. Het project wordt gefinancierd door de Europese Unie.

In Kongo-Central wordt de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg verbeterd door op verschillende niveaus ondersteuning te bieden. In deze provincie is Memisa in het kader van Project USE actief in drie gezondheidszones. Door middel van technische en financiële ondersteuning, wordt het lokale gezondheidssysteem versterkt. Zo worden bijvoorbeeld stages aangeboden, waardoor de kennis en praktijkervaring van medische professionals verscherpt worden.

Meer specifiek gaat het bijvoorbeeld om artsen die de overstap maken naar een ander ziekenhuis om daar technische expertise op te doen. Bij hun terugkeer naar het oorspronkelijke ziekenhuis kunnen de artsen in kwestie patiënten behandelen die ze voor hun opleiding steeds moesten doorverwijzen naar een ander ziekenhuis. Een arts die werd opgeleid in het kader hiervan werd opgeleid getuigt:

“Ik ben trots dat ik nu echt levens kan helpen redden en een glimlach op het gezicht van mijn patiënten kan toveren.” Dr. Padou Luwawu Kiangebeni

Een belangrijk onderdeel van het project omvat het efficiënte beheer van medicijnen. Dit aspect is essentieel om de kwaliteit van de zorg te helpen verbeteren. “Memisa ondersteunt de verschillende gezondheidszones bij het beheer van medicijnen, zodat die ook op een zorgvuldige manier kunnen worden verdeeld richting de verschillende gezondheidscentra”, vertelt Yves Sossou. Zo wordt bijvoorbeeld het CAAMEKI, het regionaal distributiecentrum in Kongo-Central, ondersteund. Daarnaast werden ook rondetafelmomenten georganiseerd, waarbij informatie werd uitgewisseld over de moeilijkheden, uitdagingen en mogelijke oplossingen rond het beheer van geneesmiddelen.

 

Het efficiënte beheer van geneesmiddelen is een belangrijke thematiek binnen Project USE

Het belang van geboorteregistratie

Geboorteregistratie maakt deel uit van de kinderrechten, die verankerd zijn in de kinderbeschermingswet van de DR Congo. Wanneer de geboorte van een kind niet wordt geregistreerd, is dit nefast voor zijn of haar toegang tot gezondheidszorg. Daarom is het belangrijk dat ouders dit binnen de 90 dagen na de geboorte van hun kind in orde brengen. Na deze 90 dagen wordt geboorteregistratie relatief kostelijk.

Op het vlak van geboorteregistraties (en dus ook de bijhorende rechten van het kind) in de DRC, en meer specifiek in de provincie Kongo-Central, is de situatie zorgwekkend. Voor de interventie van Memisa in een specifiek gezondheidscentrum werd slechts 31% van de geboortes er geregistreerd. Dit betekent dat meer dan twee derde van de kinderen geen documenten van burgerlijke stand hebben, wat hun burgerschap als kinderen van de DR Congo in gevaar brengt.

“Dankzij de ondersteuning van Memisa om geboorteregistraties te vergemakkelijken, is het cijfer van geboortes die geregistreerd worden in éen gezondheidscentra bijvoorbeeld gestegen naar maar liefst 61%”, aldus Yves, “een aanmoedigend en veelbelovende verbetering”. Dat is nog lang niet perfect, maar een aanzienlijke verbetering. Dit is onder meer te danken aan het feit dat er een volmachtformulier werd ingevoerd voor geboortes op de kraamafdeling, die aan het einde van elke maand ingeleverd worden bij de burgerlijke stand, waarna de geboorteaktes aan de ouders worden overhandigd.

 

Een geboorteakte is van cruciaal belang voor de toekomst van het kind

De invoering van het gezinsdossier

Ook de invoering van het gezinsdossier verbetert de gezondheidssituatie van de bevolking in Kongo-Central. Dit dossier omvat een verzameling van gegevens in verband met de gezondheidssituatie en reeds ingevoerde ingrepen van alle leden van het gezin, die op papier of digitaal worden bijgehouden. “Met een dergelijk gezinsdossier wordt de gezondheidssituatie van de gezinsleden steeds geactualiseerd, en heeft het medisch personeel een betere kennis van de medische staat van de patiënt”, aldus Yves.

Het gezinsdossier laat toe diepgaande kennis van gezinssituaties te verkrijgen, en biedt bijgevolg de mogelijkheid om uitgebreide zorg te verlenen aan ieder gezinslid. Hierdoor ontstaat bovendien een ‘wederzijdse verbintenis’ tussen de bevolking en de gezondheidscentra waardoor de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg wordt verbeterd, een win-win situatie dus voor de ganse samenleving.

Succesvol project

In het kader van Project USE zijn reeds een aantal successen behaald. Het project startte in de eerste weken van 2023, en loopt tot juni dit jaar.

Naast verhoogde geboorteregistraties, een nieuws ‘sociaal contract’ tussen de gezondheidscentra en de bevolking, een efficiënter beheer van medicijnen en een verbeterde expertise bij artsen dankzij stages, wordt dankzij project USE de gezondheid van de bevolking in het algemeen verbeterd. Honderden vrouwen krijgen makkelijker zorg bij gynaecologische problemen, krijgen toegang tot kwaliteitsvolle operaties en er is een vermindering zichtbaar in postoperatieve infecties in ziekenhuizen.

Het voorzien van opleidingen, de ondersteuning van het beheer van medicijnen, het faciliteren van geboorteregistraties en de invoering van het gezinsdossier verbeteren de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg in Kongo-Central.

 

In de gezondheidszone Kisantu, in Kongo-Central, ondersteunt Memisa de gezondheidszorg voor vrouwen en jonge kinderen

 

Hou onze sociale media de komende weken en maanden in de gaten om meer te weten te komen over de voortgang van het project USE. Tijdens de laatste zes maanden dat het project loopt, zullen we regelmatig updates voorzien.

 

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/01/©-Memisa-18.png');"

2 januari 2024

Opinie: Klimaatrechtvaardigheid gaat ook over de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg

Dat de klimaatverandering naast een puur ecologische crisis ook een gezondheidscrisis teweegbrengt, weten we ondertussen allemaal. De klimaatverandering heeft desastreuze gevolgen voor de globale volksgezondheid. Daarbovenop veroorzaakt de impact van de klimaatverandering wereldwijd heel wat ongelijkheid wat betreft de toegang tot medische zorgen. Als ngo-medewerker bij Memisa zie ik het als mijn plicht om dit aspect van klimaatonrecht onder de aandacht te brengen.

 

In de DRC zijn gezondheidscentra moeilijk bereikbaar

Over klimaatrechtvaardigheid is de laatste jaren, meer dan terecht, al heel wat inkt gevloeid. Het blijft belangrijk om te benadrukken, en daarom doe ik dat nogmaals in dit stuk, dat de klimaatcrisis niet iedereen gelijk treft. Lage-inkomenslanden in het Globale Zuiden worden disproportioneel zwaar getroffen door de klimaatverandering, terwijl net zij er het minst aan hebben bijgedragen. Reken daarbij dat wereldwijd miljarden mensen -waarvan de meesten wonende in het Globale Zuiden- geen of onvoldoende toegang hebben tot gezondheidszorg. De harde realiteit houdt in dat deze twee ongelijkheden elkaar versterken.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vormt de klimaatverandering de grootste bedreiging voor de gezondheid van mensen wereldwijd. De klimaatverandering heeft volgens de WHO het potentieel om decennia aan vooruitgang in de wereldwijde gezondheid(szorg) te ondermijnen. “Zonder ondersteuning van buitenaf zijn het de wankele gezondheidssystemen in lage-inkomenslanden die het minst in staat zullen zijn om zich weerbaar te maken tegen de effecten van de klimaatverandering”, aldus Ishmael Nyasulu (WHO, 2023).

Bij Memisa zetten we ons dagelijks in om de toegang tot en de kwaliteit van gezondheidszorg te verbeteren in onze partnerlanden, met een specifieke focus op de meest kwetsbaren, zwangere vrouwen en jonge kinderen in het bijzonder. Dagelijks sterven honderden vrouwen aan de gevolgen van hun zwangerschap of bevalling. In de DR Congo, een land waar we actief zijn, sterven gemiddeld meer dan 500 vrouwen per 100.000 geregistreerde geboortes (World Bank). Dat is 75 keer meer dan in België (Statbel, 2023).

Toegang tot gezondheidszorg

Terwijl de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg in België vanzelfsprekend is voor het grootste deel van de bevolking, is dat voor de mensen in onze partnerlanden niet het geval. Het gezondheidssysteem in de landen waar Memisa actief is, is lang niet altijd toegankelijk voor mensen in kwetsbare situaties. Zoals hierboven omschreven zijn de moeder- en kindersterftecijfers er nog steeds veel te hoog. En dat is steeds meer te wijten aan de gevolgen van de klimaatverandering.

De impact van de klimaatverandering op de gezondheidszorg in onze partnerlanden neemt schrijnende proporties aan. De opwarming van de aarde veroorzaakt enerzijds een toenemend aantal gezondheidsproblemen en bemoeilijkt anderzijds ook de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg.

Door de klimaatverandering en alle rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die dit fenomeen met zich meebrengt, treden tal van gezondheidsproblemen vaker op bij zwangere vrouwen en jonge kinderen. Zo neemt het aantal infectieziekten toe, worden zwangerschappen bij vrouwen bemoeilijkt, en raken steeds meer kinderen chronisch ondervoed wegens een toenemende voedselonzekerheid. En zo zijn er nog heel wat andere nadelige effecten van klimaatverandering op de volksgezondheid.

Anderzijds bemoeilijkt de klimaatcrisis ook de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg. Lokale gezondheidssystemen worden hard getroffen door de gevolgen van klimaatverandering. Vaak moet de fragiele infrastructuur eraan geloven bij klimaatrampen. Of denk maar aan de bereikbaarheid van ziekenhuizen en gezondheidscentra die bemoeilijkt wordt. Overstromingen maken wegen onbegaanbaar, waardoor zwangere vrouwen bijvoorbeeld niet tijdig een gezondheidscentrum kunnen bereiken.

 

Steeds meer toegangswegen tot gezondheidscentra worden verwoest door de gevolgen van klimaatverandering (foto: DR Congo)

De klimaatverandering veroorzaakt vreselijke schade: aan de kinderen van vandaag en hun nakomelingen, aan miljoenen mensen die nu al kwetsbaar zijn, overal ter wereld. Klimaatrechtvaardigheid vereist dat er ook in de gezondheidssector meer aandacht gaat naar mitigatie, ofwel het verminderen van de uitstoot zodat het probleem van de klimaatverandering niet erger wordt, alsook naar adaptatie, ofwel het aanpassen van (in dit geval) de lokale gezondheidssystemen aan de gevolgen van klimaatverandering om de impact ervan te minimaliseren.

Zo ondersteunen we als ngo gezondheidsstructuren in het zich organiseren om beter met de gevolgen van de klimaatverandering om te gaan. Dat doen we bijvoorbeeld door infrastructuur aan te passen, zodat deze veerkrachtiger wordt tegen de impact van klimaatverandering. Het bouwen van nieuwe gezondheidscentra gebeurt zo op plaatsen waar de kans op overstromingen lager ligt dan elders.

Enerzijds is het aan ngo’s om tijdens hun activiteiten en interventies minder uit te stoten, om zo minder bij te dragen aan het probleem van klimaatverandering. Daarnaast is het ook belangrijk dat ngo’s de actoren hier in eigen land aanzetten tot actie, zodat we ook in België onze verantwoordelijkheid opnemen. Anderzijds is het belangrijk om na te denken over hoe de sector kan omgaan met de gevolgen van de klimaatverandering op de gezondheidsstructuren op het terrein. ‘Hoe kunnen we lokale gezondheidssystemen veerkrachtiger en resistenter maken tegen de gevolgen van klimaatverandering?’ is een vraag die ook steeds pertinenter wordt bij medische ngo’s zoals Memisa.

Klimaatonrecht bestrijden

Als medische ngo schaarden we ons dit jaar volop achter de najaarscampagne van 11.11.11, die ook dit jaar over klimaatonrecht ging. Ook wij vinden het als ngo voor internationale solidariteit belangrijk om mee te strijden tegen klimaatonrecht. Want als we geen collectieve actie ondernemen dreigt de klimaatcrisis een nog grotere gezondheidscrisis te veroorzaken voor de mensen in het Globale Zuiden waar we ons elke dag voor inzetten.

Uiteindelijk zal de klimaatverandering een bedreiging zijn voor de gezondheid van ons allemaal. Klimaatonrecht is geen ver-van-ons-bed-show meer, zoals te veel mensen nog steeds denken. De impact van de klimaatcrisis op de gezondheid(szorg) staat ook bij ons voor de deur. Het is verre van ondenkbaar dat de toegang tot gezondheidszorg ook bij ons in het Globale Noorden bemoeilijkt zal worden, net zoals dat het geval is voor zwangere vrouwen in de DR Congo. Wat als ook hier vrouwen die op het punt staan te bevallen het ziekenhuis niet kunnen bereiken doordat overstromingen de wegen onbegaanbaar maken? Hoe belangrijk zouden wij het dan collectief vinden om volop aan dezelfde kar te trekken en klimaatonrecht te bestrijden?

Als medische ngo hopen wij dat er dringend werk wordt gemaakt van een rechtvaardiger klimaatbeleid, zodat de kwetsbare populaties in het Globale Zuiden eerlijke toegang hebben tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg. De ongelijke toegang tot gezondheidszorg wereldwijd wordt alleen maar groter naargelang de klimaatverandering zich verder doorzet. De sector van Internationale Solidariteit slaat daarom de handen ineen om samen verder naar multidisciplinaire (ofwel: transversale) oplossingen te zoeken en aan de slag te gaan met dit cruciale thema. Want samen kunnen we constructief oplossingen uitwerken zodat de lokale gezondheidssystemen in het Globale Zuiden zich beter kunnen wapenen tegen de gevolgen van de klimaatverandering.

Door Thibaut Verhaeghe – Communication Officer bij Memisa

Dit opiniestuk werd oorspronkelijk gepubliceerd in MO Magazine: https://www.mo.be/opinie/klimaatrechtvaardigheid-gaat-ook-over-de-toegang-tot-kwaliteitsvolle-gezondheidszorg

 

Steun ons project

Steun dit jaar de bouw van een medisch centrum in Pay Kongila in de DR Congo

Ik doe een gift