style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/05/c-Memisa-49-.png');"

21 mei 2024

Opinie: Gendergerelateerd geweld overschrijdt geografische en culturele grenzen

Gendergerelateerd geweld is een universeel probleem dat geen sociale of geografische grenzen kent. Van België tot in de DR Congo en elders in de wereld: gendergerelateerd geweld is een grens- en cultuuroverschrijdend probleem waar dringend meer aandacht aan moet worden besteed. Dat schrijven Anna Salvati en Thibaut Verhaeghe, medewerkers van de medische ngo Memisa, die het belangrijk vinden om het brede publiek hierover te sensibiliseren.

Wereldwijde genderongelijkheid als onderliggend probleem

Volgens het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE) is gendergerelateerd geweld een van de meest ernstige vormen van genderongelijkheid. ‘Dit probleem treft vrouwen onevenredig hard omdat het direct verband houdt met de ongelijke machtsverdeling tussen vrouwen en mannen’ (EIGE, 2016). Gendergerelateerd geweld verwijst naar alle schadelijke handelingen tegen een individu of een groep vanwege hun genderidentiteit.

Gegevens van over de hele wereld tonen aan dat gendergerelateerd geweld helaas alomtegenwoordig is. Of het nu gaat om verkrachting, huiselijk geweld of feminicide, gendergerelateerd geweld heeft een “universele dimensie”, wat impliceert dat het zowel geografische als sociale grenzen overschrijdt en dat niemand over de hele wereld zichzelf ervan kan verzekeren om deze vorm van geweld te ontlopen. Volgens UN Women, de vrouwenrechtenorganisatie van de Verenigde Naties, heeft wereldwijd één op de drie vrouwen op een moment in haar leven te maken gehad met fysiek of seksueel geweld (WHO, 2018).

Het is een universeel probleem dat overal voorkomt en iedereen kan treffen, op elk moment. Thuis, in de werkomgeving, in conflictgebieden, in vluchtelingenkampen… Gendergerelateerd geweld komt overal ter wereld voor, ongeacht cultuur, taal, etniciteit of geloofsovertuiging. Verkrachtingen bijvoorbeeld vinden niet alleen plaats in gebieden waar onveiligheid, armoede, of economische exploitatie de bevolking treft, zoals in het oosten van de DR Congo. Ook in de meest welvarende werelddelen is gendergerelateerd geweld geen uitzondering. In Italië werden afgelopen jaar maar liefst 103 vrouwen vermoord vanwege hun geslacht, volgens cijfers van het nationaal observatorium voor feminicide in Italië.

Mentale en fysieke lijdensweg

Seksueel geweld is een vorm van gendergerelateerd geweld en is een traumatische ervaring met diepe psychologische kwetsuren tot gevolg. Een aanval op onze allerintiemste delen brengt een onbeschrijfelijk gevoel van vernedering, en vaak ook schaamte, met zich mee. De invloed van seksueel geweld op het mentale welzijn is enorm. Overlevers van seksueel geweld (vanwege hun kracht en doorzettingsvermogen zou het fout zijn om hen als ‘slachtoffers’ te omschrijven) worden geconfronteerd met angststoornissen, depressie en posttraumatische stress.

Zowel mentaal als fysiek ruïneert het talloze levens wereldwijd. Het fysieke letsel dat vrouwen er aan overhouden veroorzaakt niet alleen pijn, maar doet ook kinderwensen uiteenspatten en heeft een serieuze impact op het seksleven. Deze vorm van geweld heeft ernstige gevolgen op de lichamelijke gezondheid van vrouwen. Het gaat vaak over wonden die onherstelbaar zijn, en in sommige gevallen lijdt seksueel geweld zelfs tot overlijden. Vrouwen moeten hun leven voortzetten met een mentale en vaak ook fysieke wonde die eigenlijk niet te genezen valt, zoals Denis Mukwege het verwoordt in zijn boek ‘De kracht van vrouwen’ (Mukwege, 2021).

In de DR Congo wordt het leven van de getroffen personen voorgoed hertekend. Na het misdrijf wordt de overlever van seksueel geweld meestal uitgestoten van haar leefomgeving en wordt het huwelijk met de man in heel wat gevallen ontbonden. Het is vaak zelfs zo dat ze op de één of andere manier verantwoordelijk wordt gehouden voor het misbruik, alsof ze het geweld door haar eigen gedrag heeft uitgelokt. Iets wat ook hier in het Westen maar al te vaak naar voren wordt geschoven als legitimatie voor seksueel ongewenst gedrag.

Gendergerelateerd geweld neemt niet af

Door een gebrek aan betrouwbare data is het moeilijk om voorvallen van seksueel geweld wereldwijd te kwantificeren. Daarbovenop is het ook zo dat vrouwen er vaak voor terugschrikken om misdaden die tegen hen werden gepleegd, te melden. Seksueel geweld is de vorm van geweld die wereldwijd het minst gerapporteerd wordt. Onderzoek toont aan dat gendergerelateerd geweld in tegenstelling tot andere vormen van geweld niet afneemt in Westerse landen (UN Women, 2020). En dat is verontrustend.

Gendergerelateerd geweld in het algemeen is wereldwijd alomtegenwoordig. Genitale verminking bijvoorbeeld vindt nog steeds plaats in maar liefst 33 landen in Afrika, 6 landen in Azië en 5 landen in het Midden-Oosten. Ook in bepaalde gemeenschappen in Oost-Europa en onder de diaspora in Europa en de Verenigde Staten is genitale verminking geen uitzondering. Naar schatting lopen elk jaar zo’n 4 miljoen meisjes het risico op vrouwelijke genitale verminking.

Ook verkrachtingen zijn een nog steeds aanzienlijk verspreide vorm van seksueel geweld tegen vrouwen. Het gebrek aan betrouwbaar cijfermateriaal staat echter niet in de weg om te kunnen spreken over een verkrachtingscrisis die zich op dit moment, en al zo veel jaren, afspeelt in de DR Congo. Vooral in het oosten van het land, waar miljoenen mensen getroffen worden door onveiligheid. In Ituri en Zuid-Kivu, waar we als ngo actief zijn, worden verkrachtingen ingezet als oorlogswapen.

Vrouwen als tweederangsburgers

De oorzaken van gendergerelateerd geweld hebben te maken met culturele, sociale, economische en politieke factoren. In dit opiniestuk zijn we genoodzaakt ons te beperken tot die eerste twee, die zich vertalen in vrouwelijke onderdrukking. Patriarchale sociale normen bestendigen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en dragen bij aan dit soort geweld.

In de DR Congo, maar ook in de meeste samenlevingen wereldwijd, is het vaak zo dat vrouwen vanaf hun geboorte als een soort van tweederangsburgers worden beschouwd. En op plaatsen en in samenlevingen waar mannen de sociale en politieke macht in handen hebben, loert seksueel geweld tegenover vrouwen om de hoek, en wordt het vaak getolereerd.

Van Afrika tot in Europa worden vrouwen geacht kinderen te baren en voor hen te zorgen, het huishouden te doen en te gehoorzamen aan hun man. Het dragen van lasten is traditioneel gezien ook iets waar vrouwen voor moeten opdraaien. De minachting voor het leven van de vrouw is uiteindelijk de oorzaak van een seksuele misdaad. Want vrouwen worden wereldwijd nog te vaak als ‘inferieur’ gezien. Al millennialang wordt onze samenleving vormgegeven door mannelijke dominantie, waardoor wereldwijd miljoenen, zoniet miljarden meisjes en vrouwen geconfronteerd worden met discriminatie en onrecht.

Geweld van mannen tegen vrouwen wordt ook gevoed door een cultuur van straffeloosheid, waarin de ‘agressor’ niet voldoende wordt gestraft en slachtoffers niet voldoende worden beschermd en gesteund. Een overgroot deel van de vrouwen wordt door het strafrechtsysteem in de steek gelaten. Overal ter wereld blijft verkrachting vaak buiten de criminele sfeer.

Doorbreken van machtsonevenwicht

Een van de manieren om seksueel geweld tegen te gaan is door machtsonevenwichten tussen mannen en vrouwen verder te doorbreken. Want gendergerelateerd geweld is en blijft een verhaal van macht. Dit opiniestuk is een warme oproep aan personen die een invloedrijke positie bekleden: spreek u uit over seksueel geweld. Want samen kunnen we als burgers, politici en activisten op allerlei manieren een rol spelen om van de wereld een veiligere plek te maken voor vrouwen, in eerste instantie door onze stem, en die van vrouwen, meer aan bod te laten komen.

We schreven dit stuk vanuit een gevoel van verontwaardiging over wat onze medemensen wordt aangedaan. Niemand verdient het om fysiek en mentaal te lijden door seksueel geweld. Als medewerkers van de medische ngo Memisa, die van de strijd tegen moedersterfte een prioriteit maakt, vinden we het belangrijk om het brede publiek bewust te maken van dit wereldwijde probleem. We vinden het ook belangrijk dat er wereldwijd maatregelen worden genomen om ze te voorkomen en te bestrijden. Door het brede publiek te sensibiliseren, alsook door komaf te maken met bepaalde taboeonderwerpen waaronder seksueel geweld, kunnen er positieve veranderingen tot stand komen in de manier waarop vrouwen behandeld worden. Daar geloven we in.

Anna Salvati is regionaal verantwoordelijke bij Memisa en heeft ervaring in het oosten van de DR Congo

Thibaut Verhaeghe is communicatiemedewerker bij Memisa 

Dit opiniestuk verscheen ook in MO Magazine: https://www.mo.be/opinie/gendergerelateerd-geweld-overschrijdt-geografische-en-culturele-grenzen 

 

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/05/©-Memisa-52.png');"

13 mei 2024

Hoe Memisa ondervoeding bestrijdt in Ituri (DR Congo)

In het kader van Project USE (Unis pour la Santé et l’Education) bestrijdt Memisa ondervoeding in Ituri, een provincie in het oosten van de DR Congo. Het project dat door de Europese Unie wordt gefinancierd heeft als doel de volksgezondheid en het welzijn van de bevolking in de DR Congo te verbeteren. Dr. Lipelba Houssinnet, die voor Memisa werkt in Ituri, geeft een woordje uitleg over hoe Memisa actie onderneemt om de toenemende voedselonzekerheid in de regio tegen te gaan.

 

In de DR Congo ondersteunt Memisa de strijd tegen ondervoeding

Zoals je kon lezen in het artikel dat we eerder dit jaar publiceerden, behandelt Project USE, dat door de EU wordt gefinancierd, verschillende deelthema’s. Naast Kongo-Central werden ook in Ituri al heel wat successen geboekt. Het project bereikt om en bij de 1.5 miljoen inwoners in de Congolese provincie, waar we interveniëren in 7 gezondheidszones.

Dr. Lipelba Houssinnet werkt voor Memisa in de provincie Ituri als Internationaal Technisch Assistent en Volksgezondheidsarts en geeft in dit artikel meer duiding over hoe Memisa de strijd tegen ondervoeding in Ituri ondersteunt. Het bestrijden van ondervoeding is belangrijk voor Memisa, aangezien dit een van de voornaamste oorzaken is van kindersterfte. Door onder meer de productie en consumptie van lokaal voedsel te promoten, lokaal geproduceerd voedsel te leveren aan gezondheidscentra en de bevolking te sensibiliseren, draagt Memisa bij aan de strijd tegen ondervoeding.

Politieke en economische factoren wakkeren ondervoeding aan 

In de DR Congo is ondervoeding een structureel probleem dat in sommige delen van het land verergerd wordt door externe factoren, zoals epidemieën of conflicten. In Ituri zorgen zowel politieke als economische factoren ervoor dat de voedselonzekerheid ferm wordt aangewakkerd. In het door oorlog verscheurde Ituri zijn ondertussen meer dan 1.6 miljoen mensen ontheemd (Norwegian Refugee Council, 2024). De onveiligheid alsook de instabiele economische situatie, maakt dat mensen hun hebben en houden vaak moeten achterlaten.

Ontheemd zijn betekent in heel wat gevallen ook dat je onzeker bent of je je kind iets te eten kunt geven. “Mensen komen vaak op onbekend terrein terecht nadat ze hun huis hebben moeten ontvluchten”, aldus Dr. Houssinnet. “Daardoor is het bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend om aan landbouw te doen en zelfvoorzienend te blijven. Als gevolg kunnen duizenden gezinnen niet aan hun behoeften voldoen.”

 

Dr. Lipelba Houssinnet werkt als Internationaal Technisch Assistent voor Memisa

De situatie in Ituri zorgt er ook voor dat de toegang tot gezondheidszorg voor miljoenen mensen wordt bemoeilijkt. Vooral vrouwen en jonge kinderen worden getroffen. De beperkte toegang tot zorginstellingen in de regio is nefast voor de ondervoeding. Wegens de slechte economische staat waarin heel wat gezinnen verkeren door de bovengenoemde redenen, zijn er vaak geen middelen om een kind te laten verzorgen. Net daarom komt ondervoeding ook veel vaker voor bij gezinnen die het niet breed hebben.

Naast de politieke en economische factoren, beïnvloeden ook vaak voorkomende ziektes in de regio de hoge cijfers van ondervoeding. Verschillende pathologieën zijn alomtegenwoordig in de regio, zoals malaria en bloedarmoede. “Deze aandoeningen zorgen ervoor dat kinderen sneller ondervoed geraken”, legt Dr. Houssinnet uit. Ook het gebrek aan drinkbaar water in de regio brengt complicaties met zich mee die voor een toename in het aantal ondervoede kinderen zorgen. “Wanneer kinderen niet beschikken over drinkbaar water, krijgen ze vaak diarree, waarna ze verzwakken en vatbaarder zijn om ondervoed te geraken.”

Productie en consumptie van lokale voeding

Om de voedselzekerheid van de lokale bevolking in Ituri te verbeteren, tracht Memisa de voedselautonomie te verhogen en verbeteren we het voedingspatroon van kinderen met behulp van lokale producten. “Als alternatief voor de import van kant-en-klare therapeutische gerechten als quick-fix solution, is het op de lange termijn beter om ervoor te zorgen dat bevolking zelf voor de productie van evenwichtige maaltijden en gerechten kan zorgen”, aldus Lipelba.

Om ondervoeding tegen te gaan, reageren veel internationale organisaties door therapeutisch voedsel (zoals plumpy’nut) in te voeren. Hoewel deze oplossing op de korte termijn heel wat kinderen er bovenop kan helpen, is ze op lange termijn niet houdbaar. Om de afhankelijkheid van geïmporteerde producten te verminderen, stimuleert Memisa de bereiding van calorierijke pap voor kinderen die lijden aan ernstige ondervoeding. Ingrediënten voor deze pap zijn lokale producten zoals maïsmeel, olie en pinda’s.

“Als alternatief voor de import van kant-en-klare therapeutische gerechten is het op de lange termijn beter om ervoor te zorgen dat de bevolking zelf evenwichtige maaltijden kan bereiden.”  Dr. Lipelba Houssinnet

 

Evenwichtige maaltijden zijn essentieel om ondervoeding bij kinderen tegen te gaan

Sleutelrol voor gemeenschapswerkers

Gemeenschapswerkers, die door Memisa worden opgeleid, adviseren de mensen ook om verschillende recepten te gebruiken op basis van lokaal voedsel om evenwichtige gerechten te maken. De oorzaak van ondergewicht bij kinderen is niet enkel te wijten aan te weinig eten. Ook door een te eenzijdig dieet krijgen Congolese kinderen niet voldoende essentiële vitamines en voedingsstoffen binnen, wat leidt tot gezondheidsproblemen.

De verbetering van de autonomie wordt gestimuleerd door culinaire demonstratiesessies. “Tijdens deze kookworkshops, die door Memisa worden ondersteund, leren ouders hoe ze evenwichtige maaltijden kunnen bereiden met lokale producten, zodat hun kinderen gevarieerd voedsel krijgen dat rijk is aan micronutriënten”, legt Dr. Houssinet uit.

De gemeenschapswerkers staan rechtstreeks in contact met de lokale gemeenschap en zijn uiterst geschikt om ondervoeding vroegtijdig op te sporen. Daarnaast vervullen ze ook een belangrijke rol in het sensibiliseren van de lokale gemeenschap. Door huisbezoeken uit te voeren, ondersteunen de gemeenschapswerkers de lokale bevolking in hun voedingsgewoonten. “Tijdens huisbezoeken wordt bijvoorbeeld ook aangeraden welke voeding geschikt is voor verschillende leeftijdscategorieën van kinderen.”

Memisa ondersteunt kookworkshops in Ituri

 

Duurzaam mechanisme als reactie op externe factoren

Het mechanisme dat door Memisa werd opgezet om te werken met de productie van gerechten op basis van lokale producten, kwam er als reactie op twee fenomenen. Enerzijds het feit dat door de Ebola-uitbraak in Ituri, alsook de Covid-19-pandemie de grenzen gesloten waren waardoor industriële voeding niet meer kon worden ingevoerd. Een andere reden is dat industriële voeding veel duurder is dan wat lokaal geproduceerd kan worden.

De productie van lokaal voedsel garandeert de beschikbaarheid op lange maar ook op korte termijn. Een van de nadelen van geïmporteerde kant-en-klare maaltijden en producten is de lange logistieke cyclus. “Vaak komen deze producten pas 6 maanden na bestelling aan, veel te lang om de situatie van een ondervoed kind nog te keren”, aldus Dr. Houssinnet. “Door lokaal voedsel te produceren en consumeren, gaan we dit probleem tegen.”

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/02/©-Memisa-35.png');"

19 februari 2024

“Internationale samenwerking vereist een goede kennis van wat er zich op het terrein afspeelt.”

Karel Gyselinck en Memisa zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Na meer dan tien jaar actief te zijn als medisch verantwoordelijke, zet Karel zich vandaag nog steeds vrijwillig in als medisch adviseur voor de organisatie die hij een warm hart toedraagt. Als vrijwilliger bij Memisa volgt hij onder andere ons project in India op. Een boeiend gesprek over zijn periode bij Memisa, de samenwerking met de partners in India, en de veranderende sector van ‘Ontwikkelingssamenwerking’.

 

Karel was jarenland medisch verantwoordelijke bij Memisa en is vandaag nog steeds vrijwillig medisch adviseur

In 1996, nadat hij vijf jaar in een ziekenhuis in Zambia heeft gewerkt samen met zijn vrouw en een master in Public Health behaalde aan het Tropisch Instituut in Antwerpen, ging Karel aan de slag bij Memisa. Twaalf jaar lang werkte de huisarts van opleiding bij Memisa als medisch verantwoordelijke, waar hij een mooie periode meemaakte. “Van in het begin schaarde ik me volop achter de visie van Memisa”, aldus Karel.

Maar waarom gaat een huisarts van opleiding op de hoofdzetel van een ngo werken? “Ik vond dat mijn werk als medisch verantwoordelijke bij Memisa heel nauw aansloot bij het werk als huisarts. Je biedt een luisterend oor, verwijst mensen door, werkt samen met specialisten en gaat met elkaar rond de tafel zitten.” Karel’s intrinsieke motivatie om te werken in deze sector gaat uit van zijn liefde voor samenwerking en multiculturaliteit. “Samen met mensen uit andere continenten, andere culturen, elkaar verrijken met kennis en ervaring, dat vind ik een waardevolle insteek in het leven”, aldus Karel.

De veranderende context van internationale samenwerking

Karel Gyselinck heeft tonnen ervaring in de sector van Internationale Solidariteit. Anno 2024 ziet hij een aantal positieve evoluties. Wat Memisa kenmerkt in de manier waarop er aan internationale samenwerking wordt gedaan, draait om drie basiswaarden, volgens Karel uit: gelijkwaardig partnerschap, terreinkennis en flexibiliteit. Dat vergt een woordje uitleg.

In India werkt Memisa samen met WBVHA in het kader van women empowerment


Gelijkwaardige partnerschappen
vormen een fundamenteel onderdeel van de manier waarop Memisa aan internationale samenwerking doet. Een goede zaak volgens Karel, want volgens de vrijwilliger van Memisa die jarenlang als medisch verantwoordelijke werkte, is het belangrijk dat de vraag naar samenwerking vanuit de partner zelf komt. “We mogen zelf geen hulp opdringen, wat in het verleden al te vaak gebeurde, maar we moeten ons bescheiden opstellen”, aldus Karel. Terwijl ‘ontwikkelingssamenwerking’ vroeger enorm Noord-Zuid gericht was, schrijven ngo’s zich nu steeds meer in in een lang proces, dat door de partners zelf wordt geleid.

“In de manier waarop we samenwerken moeten we ons bescheidener opstellen.”
Karel Gyselinck

Karel haalt aan dat het belangrijk is om constructief en in dialoog samen te werken en om niet aan agenda-setting te doen. “Het is niet aan ons om met oplossingen te komen, die komen hoofdzakelijk van het terrein zelf. De souvereiniteit van het partnerland is steeds het vertrekpunt, maar als actoren van internationale samenwerking kunnen we dat proces wel ondersteunen.”

Een tweede belangrijk aspect is flexibiliteit. Procedures die gepaard gaan met de uitvoering van projecten moeten flexibiliteit toelaten. “Want het is belangrijk dat er inhoudelijk kan worden bijgestuurd bij het uitvoeren van een project, in functie van de veranderende context. Als we India vandaag vergelijken met twintig jaar terug, dat is helemaal niet hetzelfde. De manier waarop we namelijk invulling geven aan een project, is helemaal anders.”

Ook terreinkennis is cruciaal binnen internationale samenwerking, “iets waar Memisa erg sterk in is”, zegt Karel. “Eens je op het terrein komt, zie je pas echt wat de werkelijke noden zijn, en pas dan kunnen theorie en concepten met succes vertaald worden.” Een andere positieve verschuiving is er een van de kennisproductie en -uitwisseling. “Waar we vroeger vooral steunden op Europese expertise, is het merendeel van experts waar vandaag mee wordt samengewerkt afkomstig uit andere continenten. Die kennisuitwisseling met en tussen landen in het Globale Zuiden is razend interessant.”

“Terreinkennis is cruciaal om te weten wat de werkelijke noden zijn.”
Karel Gyselinck

Een positieve samenwerking in India dankzij terreinkennis

In India ondersteunt Memisa de West Bengal Voluntary Health Association (WBVHA), een organisatie die haar schouders zet onder een netwerk van lokale ngo’s. Gesteund door Memisa, onderscheidt de WBVHA zich door haar impact op het terrein. Zo ondersteunt WBVHA bijvoorbeeld de mobilisatie van gemeenschappen om lokale initiatieven te ontwikkelen die het recht op en de toegang tot gezondheidszorg bevorderen.

Als vrijwilliger bij Memisa werkt Karel voornamelijk mee aan de opvolging van het project in India, waar hij al meer dan 25 jaar ervaring heeft opgedaan, in samenwerking met WBVHA. Samen hebben Memisa en WBVHA meer dan 40 lokale ngo’s in een netwerk rond gezondheidszorg bijeengebracht. Vrouwen hebben er onder meer zelfhulpgroepen opgericht voor medisch urgenties.

Ook de band met de overheid wordt er versterkt, wat erg belangrijk is volgens Karel, “want om verandering teweeg te brengen, moet je niet alleen lokaal oplossingen gaan zoeken, maar moet je ook aan beleidsbeïnvloeding gaan doen bij de overheid. Daarvoor moet je je organiseren in een forum en moet je netwerken.”

De samenwerking met onze partner in India is een goed voorbeeld van een samenwerking waarbij de drie kernonderdelen, gelijkwaardig partnerschap, terreinkennis en flexibiliteit, aan bod komen. “Bij dit partnerschap ligt het zwaarste gewicht bij de partner. En door vele jaren samen te werken, hebben we een gedeelde visie en gemeenschappelijke waarden ontwikkeld en zij we naar elkaar toegegroeid”, besluit Karel.

Karel Gyselink en Biswantah Basu van de West Bengal Voluntary Health Association: ‘Er is een mooie vriendschap ontstaan.”

 

Uit de langdurige samenwerking met de partners uit India kwam ook een boek tot stand, waarin de ervaringen over gezondheidszorg in India werden gebundeld. Samen met de Indiase collega’ en academici schreven medewerkers en vrijwilligers van Memisa waaronder Karel het boek ‘Sailing below the waves’.

 

Wil jij je ook engageren bij het verbeteren van de toegang tot gezondheidszorg wereldwijd? Bekijk om onze website welke openstaande vacatures er zijn als vrijwilliger: https://memisa.be/vacatures/
style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/02/©-Memisa-30.png');"

5 februari 2024

Geboorteregistratie en het gezinsdossier: twee fundamentele onderdelen van Project USE

In het kader van Project USE (Unis pour la Santé et l’Education), biedt Memisa technische bijstand en financiële steun om geboorteregistraties, alsook de implementatie van het gezinsdossier, te faciliteren. Het project dat door de Europese Unie wordt gefinancierd draait ondertussen op volle toeren. Dr. Yves Sossou, die voor Memisa werkt in Kongo-Central, geeft een woordje uitleg bij deze twee belangrijke onderdelen van het project.

 

Kinderen waarvan de geboorte werd geregistreerd hebben meer toegang tot gezondheidszorg (foto: Kongo-Central, DR Congo)

Het gezinsdossier als instrument voor meer kwaliteitsvolle zorg

Om de gezondheidssituatie van de inwoners in Kongo-Central te verbeteren, werd in het kader van Project USE het gezinsdossier ingevoerd. In samenwerking met haar lokale partner MUSAKIS-FASS zorgt Memisa aan de hand van technische bijstand en financiële steun voor de implementatie ervan. Dankzij de invoering van het gezinsdossier is de gezondheidstoestand van gezinsleden en in de interventiegebieden beter bekend binnen het lokale gezondheidssysteem.

Yves Sossou, die als Internationaal Technisch Assistent en Volksgezondheidsarts werkt in de regio voor Memisa, omschrijft het gezinsdossier als “een database” met informatie over de gezondheidstoestand van de afzonderlijke gezinsleden. “Het gezinsdossier laat toe om diepgaande kennis van gezinssituaties te verkrijgen, en biedt bijgevolg de mogelijkheid om uitgebreide en specifieke zorg te verlenen aan ieder gezinslid”, aldus Yves.

Meer specifieke zorg en meer vertrouwen in de zorgverlening

Hierdoor onstaat een soort van ‘wederzijdse verbintenis’ tussen de bevolking en gezondheidscentra, waardoor de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg wordt verbeterd. Enerzijds verbinden de gezondheidscentra er zich toe om uitgebreide, specifieke en continue zorg van hoge kwaliteit te bieden, terwijl de bevolking er zich toe verbindt om, wanneer men hulp nodig heeft, de gezondheidscentra te zien als een betrouwbare plek waar ze geholpen kunnen worden. Het is kortom een win-win situatie voor de ganse samenleving.

HET GEZINSDOSSIER 

⇒ is een database die gegevens bevat over de gezondheidssituatie van gezinnen

⇒ in het dossier staan de vorige medische ingrepen gedocumenteerd

⇒ garandeert dus een grondige kennis van gezinssituatie

⇒ waardoor specifieke zorg kan worden aangeboden voor de patiënt en per interventiegebied

⇒ maakt epidemiologisch onderzoek mogelijk

Het gezinsdossier schept een beeld van de algemene gezondheidstoestand

Dergelijke gezinsdossiers worden continu geactualiseerd. “De gegevens worden voortdurend verzameld en bijgewerkt, telkens wanneer een van de gezinsleden een gezondheidscentrum of ziekenhuis bezoekt, of wanneer een gezondheidswerker op huisbezoek komt”, duidt Dr. Sossou.

 

Yves Sossou is verantwoordelijk voor het slagen van Project USE in de provincie Kongo-Central (DR Congo)

Om meer kennis te verwerven over de noden in de regio, is het gezinsdossier een cruciaal hulpmiddel. Gezinsdossiers maken het mogelijk om diepgaand epidemiologisch onderzoek te voeren naar de bevolking in de specifieke interventiegebieden. Zo kunnen er bijvoorbeeld conclusies worden gemaakt van de meest voorkomende pathologieën in de regio. Ook om die reden zorgt het gezinsdossier er dus voor dat er meer zorg op maat kan worden geboden aan de lokale bevolking die is aangepast aan vaak voorkomende ziektes.

Geboorteregistratie als sleutel tot waardig burgerschap

Een belangrijk onderdeel die als ‘toegangspoort’ kan dienen tot het gezinsdossier is het registreren van de geboorte, ofwel geboorteregistratie. Wanneer een geboorte niet geregistreerd wordt, is het opstellen van het gezinsdossier minder eenvoudig. Belangrijker nog: wanneer de geboorte van een kind niet wordt geregistreerd, is dit nefast voor zijn of haar toegang tot gezondheidszorg. “Zodra een kind specifieke zorg nodig heeft en bijvoorbeeld moet worden overgeplaatst naar het buitenland, wordt de toegang tot gezondheidszorg niet eenvoudig zonder geboorteakte, omdat de reisdocumenten dan niet snel verkregen kunnen worden”, legt Yves uit. Dit vergt een woordje uitleg.

Geboorteregistratie maakt deel uit van de kinderrechten, die verankerd zijn in de kinderbeschermingswet van de DR Congo. Bij het ontbreken van een geboorteakte, beschikt het kind in kwestie niet over waar hij of zij recht op heeft. “Dat gaat over allerhande burgerlijke, politieke, sociale en culturele rechten, die onder meer gerelateerd zijn aan onderwijs, nationaliteit, erfenis bij het overlijden van de ouders, en de toegang tot gezondheidszorg”, legt Dr. Sossou uit.

In de DR Congo, en meer specifiek in de provincie Kongo-Central, is de situatie omtrent geboorteregistraties zorgwekkend. Voor de interventie van Memisa in de gezondheidszones Kisantu, Ngidinga en Gombe-Matadi, werden slechts 31 % van de geboortes geregistreerd. “En dat betekent dus dat meer dan twee derde van de kinderen er geen documenten van burgerlijke stand hebben, wat hun burgerschap als kinderen van de DR Congo in gevaar brengt”, aldus Dr. Sossou.

 

Artsen, verpleegkundigen, gemeenschapswerkers… Iedereen steekt een handje toe bij het faciliteren van geboorteregistraties

Hoe Memisa geboorteregistraties faciliteert

“Dankzij de ondersteuning van Memisa om geboorteregistraties te vergemakkelijken, is het cijfer van geboortes die geregistreerd worden in de drie gezondheidszones waar Memisa intervenieert gestegen naar maar liefst 61%”, aldus Yves, die deze voortgang omschrijft als “aanmoedigend en veelbelovend.”

Wanneer een geboorte in de DRC niet wordt geregistreerd binnen de 90 dagen, bedragen de kosten voor een geboorteregistratie tussen de 140 en 180 euro per kind. “En daarom zijn er heel wat ouders die de geboorte van hun kinderen niet laten registreren na deze 90 dagen”, zegt Dr. Sossou. Het is dan aan het Vredegerecht of de jeugdrechtbank om hierover te beslissen. Ondertussen heeft Memisa al meermaals gepleit voor het opzetten van een mechanisme voor de regularisatie van geboorteakten van kinderen ouder dan 3 maanden. Zo werden er pleidooien gehouden bij het Mbanza-Ngungu Children’s Court en het Madimba Peace Court.

De aanzienlijke verbetering in het aantal geboorteregistraties is onder meer te danken aan het feit dat er een volmachtformulier werd ingevoerd voor geboortes op de kraamafdeling, die aan het einde van elke maand ingeleverd worden bij de burgerlijke stand, waarna geboorteaktes aan de ouders worden overhandigd.

Hierover werd een opleiding georganiseerd voor gezondheids- en overheidspersoneel. “De reiskosten worden betaald in de vorm van een forfaitair bedrag aan het einde van elke maand aan de verantwoordelijke van elk gezondheidscentrum, zodat geboorteakten kunnen worden afgegeven en opgehaald”, legt Yves uit.

Ouders sensibiliseren over het belang van administratieve formaliteiten bij de geboorte van hun kind

De lokale bevolking ziet niet altijd het belang in van geboorteregistraties. Daarom zet Memisa ook in op sensibilisering, via gemeenschapswerkers, waarbij de lokale bevolking wordt geïnformeerd over wat een geboorteakte is en wat het nut ervan is, wat de voordelen ervan zijn, maar ook wat de gevolgen (kunnen) zijn van het niet registreren van een geboorte. Aan de hand van onder meer rollenspellen en presentaties wordt de bevolking hier grondig over geïnformeerd. Ook tijdens bijvoorbeeld prenatale en postnatale consultaties, alsook tijdens vaccinatiesessies sensibiliseert Memisa (toekomstige) moeders. De gemeenschapswerkers spelen hierin, en meer specifiek wat betreft de huisbezoeken, ook een belangrijke rol.

Wil je meer informatie over welke thema’s project USE nog behandelt in Kongo-Central? Lees dan zeker ons artikel dat in januari verscheen: https://memisa.be/met-project-use-ondersteunen-we-het-welzijn-en-de-gezondheid-van-de-congolese-bevolking/

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/01/©-Memisa-21.png');"

9 januari 2024

Met Project USE ondersteunen we het welzijn en de gezondheid van de Congolese bevolking

In het kader van Project USE, een project dat door Memisa wordt uitgevoerd en door de Europese Unie wordt gefinancierd, werkt Memisa aan het verbeteren van de volksgezondheid en het welzijn van de populatie in de DR Congo. Het grootschalige project focust op verschillende deelthema’s. In Ituri en Kongo-Central, de twee provincies waar het project wordt uitgevoerd, werden reeds mooie successen gerealiseerd. Ondertussen is het project bijna een jaar aan de gang. Yves Sossou werkt voor Memisa in de de provincie Kongo-Central als Internationaal Technisch Assistent en Volksgezondheidsarts en geeft in dit artikel duiding over het project en maakt voor ons een stand van zaken op.

 

Yves Sossou is verantwoordelijk voor het slagen van project USE in de provicinie Kongo-Central (DR Congo)

Multidimensionele aanpak

Om de kwaliteit van de zorgverlening in de DR Congo te verbeteren, hanteert Memisa een multidimensionele aanpak. Met Project USE (Unis pour la Santé et l’Education) draagt Memisa bij aan de verbetering van de gezondheid en het welzijn van de Congolese bevolking, door het lokale gezondheidssysteem te versterken. De begunstigden van het project zijn de om en bij de 2.000.000 inwoners van de provincie Ituri, alsook de inwoners van Kongo-Central, waar zo’n 500.000 mensen wonen. Het project wordt gefinancierd door de Europese Unie.

In Kongo-Central wordt de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg verbeterd door op verschillende niveaus ondersteuning te bieden. In deze provincie is Memisa in het kader van Project USE actief in drie gezondheidszones. Door middel van technische en financiële ondersteuning, wordt het lokale gezondheidssysteem versterkt. Zo worden bijvoorbeeld stages aangeboden, waardoor de kennis en praktijkervaring van medische professionals verscherpt worden.

Meer specifiek gaat het bijvoorbeeld om artsen die de overstap maken naar een ander ziekenhuis om daar technische expertise op te doen. Bij hun terugkeer naar het oorspronkelijke ziekenhuis kunnen de artsen in kwestie patiënten behandelen die ze voor hun opleiding steeds moesten doorverwijzen naar een ander ziekenhuis. Een arts die werd opgeleid in het kader hiervan werd opgeleid getuigt:

“Ik ben trots dat ik nu echt levens kan helpen redden en een glimlach op het gezicht van mijn patiënten kan toveren.” Dr. Padou Luwawu Kiangebeni

Een belangrijk onderdeel van het project omvat het efficiënte beheer van medicijnen. Dit aspect is essentieel om de kwaliteit van de zorg te helpen verbeteren. “Memisa ondersteunt de verschillende gezondheidszones bij het beheer van medicijnen, zodat die ook op een zorgvuldige manier kunnen worden verdeeld richting de verschillende gezondheidscentra”, vertelt Yves Sossou. Zo wordt bijvoorbeeld het CAAMEKI, het regionaal distributiecentrum in Kongo-Central, ondersteund. Daarnaast werden ook rondetafelmomenten georganiseerd, waarbij informatie werd uitgewisseld over de moeilijkheden, uitdagingen en mogelijke oplossingen rond het beheer van geneesmiddelen.

 

Het efficiënte beheer van geneesmiddelen is een belangrijke thematiek binnen Project USE

Het belang van geboorteregistratie

Geboorteregistratie maakt deel uit van de kinderrechten, die verankerd zijn in de kinderbeschermingswet van de DR Congo. Wanneer de geboorte van een kind niet wordt geregistreerd, is dit nefast voor zijn of haar toegang tot gezondheidszorg. Daarom is het belangrijk dat ouders dit binnen de 90 dagen na de geboorte van hun kind in orde brengen. Na deze 90 dagen wordt geboorteregistratie relatief kostelijk.

Op het vlak van geboorteregistraties (en dus ook de bijhorende rechten van het kind) in de DRC, en meer specifiek in de provincie Kongo-Central, is de situatie zorgwekkend. Voor de interventie van Memisa in een specifiek gezondheidscentrum werd slechts 31% van de geboortes er geregistreerd. Dit betekent dat meer dan twee derde van de kinderen geen documenten van burgerlijke stand hebben, wat hun burgerschap als kinderen van de DR Congo in gevaar brengt.

“Dankzij de ondersteuning van Memisa om geboorteregistraties te vergemakkelijken, is het cijfer van geboortes die geregistreerd worden in éen gezondheidscentra bijvoorbeeld gestegen naar maar liefst 61%”, aldus Yves, “een aanmoedigend en veelbelovende verbetering”. Dat is nog lang niet perfect, maar een aanzienlijke verbetering. Dit is onder meer te danken aan het feit dat er een volmachtformulier werd ingevoerd voor geboortes op de kraamafdeling, die aan het einde van elke maand ingeleverd worden bij de burgerlijke stand, waarna de geboorteaktes aan de ouders worden overhandigd.

 

Een geboorteakte is van cruciaal belang voor de toekomst van het kind

De invoering van het gezinsdossier

Ook de invoering van het gezinsdossier verbetert de gezondheidssituatie van de bevolking in Kongo-Central. Dit dossier omvat een verzameling van gegevens in verband met de gezondheidssituatie en reeds ingevoerde ingrepen van alle leden van het gezin, die op papier of digitaal worden bijgehouden. “Met een dergelijk gezinsdossier wordt de gezondheidssituatie van de gezinsleden steeds geactualiseerd, en heeft het medisch personeel een betere kennis van de medische staat van de patiënt”, aldus Yves.

Het gezinsdossier laat toe diepgaande kennis van gezinssituaties te verkrijgen, en biedt bijgevolg de mogelijkheid om uitgebreide zorg te verlenen aan ieder gezinslid. Hierdoor ontstaat bovendien een ‘wederzijdse verbintenis’ tussen de bevolking en de gezondheidscentra waardoor de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg wordt verbeterd, een win-win situatie dus voor de ganse samenleving.

Succesvol project

In het kader van Project USE zijn reeds een aantal successen behaald. Het project startte in de eerste weken van 2023, en loopt tot juni dit jaar.

Naast verhoogde geboorteregistraties, een nieuws ‘sociaal contract’ tussen de gezondheidscentra en de bevolking, een efficiënter beheer van medicijnen en een verbeterde expertise bij artsen dankzij stages, wordt dankzij project USE de gezondheid van de bevolking in het algemeen verbeterd. Honderden vrouwen krijgen makkelijker zorg bij gynaecologische problemen, krijgen toegang tot kwaliteitsvolle operaties en er is een vermindering zichtbaar in postoperatieve infecties in ziekenhuizen.

Het voorzien van opleidingen, de ondersteuning van het beheer van medicijnen, het faciliteren van geboorteregistraties en de invoering van het gezinsdossier verbeteren de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg in Kongo-Central.

 

In de gezondheidszone Kisantu, in Kongo-Central, ondersteunt Memisa de gezondheidszorg voor vrouwen en jonge kinderen

 

Hou onze sociale media de komende weken en maanden in de gaten om meer te weten te komen over de voortgang van het project USE. Tijdens de laatste zes maanden dat het project loopt, zullen we regelmatig updates voorzien.

 

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/01/©-Memisa-18.png');"

2 januari 2024

Opinie: Klimaatrechtvaardigheid gaat ook over de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg

Dat de klimaatverandering naast een puur ecologische crisis ook een gezondheidscrisis teweegbrengt, weten we ondertussen allemaal. De klimaatverandering heeft desastreuze gevolgen voor de globale volksgezondheid. Daarbovenop veroorzaakt de impact van de klimaatverandering wereldwijd heel wat ongelijkheid wat betreft de toegang tot medische zorgen. Als ngo-medewerker bij Memisa zie ik het als mijn plicht om dit aspect van klimaatonrecht onder de aandacht te brengen.

 

In de DRC zijn gezondheidscentra moeilijk bereikbaar

Over klimaatrechtvaardigheid is de laatste jaren, meer dan terecht, al heel wat inkt gevloeid. Het blijft belangrijk om te benadrukken, en daarom doe ik dat nogmaals in dit stuk, dat de klimaatcrisis niet iedereen gelijk treft. Lage-inkomenslanden in het Globale Zuiden worden disproportioneel zwaar getroffen door de klimaatverandering, terwijl net zij er het minst aan hebben bijgedragen. Reken daarbij dat wereldwijd miljarden mensen -waarvan de meesten wonende in het Globale Zuiden- geen of onvoldoende toegang hebben tot gezondheidszorg. De harde realiteit houdt in dat deze twee ongelijkheden elkaar versterken.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vormt de klimaatverandering de grootste bedreiging voor de gezondheid van mensen wereldwijd. De klimaatverandering heeft volgens de WHO het potentieel om decennia aan vooruitgang in de wereldwijde gezondheid(szorg) te ondermijnen. “Zonder ondersteuning van buitenaf zijn het de wankele gezondheidssystemen in lage-inkomenslanden die het minst in staat zullen zijn om zich weerbaar te maken tegen de effecten van de klimaatverandering”, aldus Ishmael Nyasulu (WHO, 2023).

Bij Memisa zetten we ons dagelijks in om de toegang tot en de kwaliteit van gezondheidszorg te verbeteren in onze partnerlanden, met een specifieke focus op de meest kwetsbaren, zwangere vrouwen en jonge kinderen in het bijzonder. Dagelijks sterven honderden vrouwen aan de gevolgen van hun zwangerschap of bevalling. In de DR Congo, een land waar we actief zijn, sterven gemiddeld meer dan 500 vrouwen per 100.000 geregistreerde geboortes (World Bank). Dat is 75 keer meer dan in België (Statbel, 2023).

Toegang tot gezondheidszorg

Terwijl de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg in België vanzelfsprekend is voor het grootste deel van de bevolking, is dat voor de mensen in onze partnerlanden niet het geval. Het gezondheidssysteem in de landen waar Memisa actief is, is lang niet altijd toegankelijk voor mensen in kwetsbare situaties. Zoals hierboven omschreven zijn de moeder- en kindersterftecijfers er nog steeds veel te hoog. En dat is steeds meer te wijten aan de gevolgen van de klimaatverandering.

De impact van de klimaatverandering op de gezondheidszorg in onze partnerlanden neemt schrijnende proporties aan. De opwarming van de aarde veroorzaakt enerzijds een toenemend aantal gezondheidsproblemen en bemoeilijkt anderzijds ook de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg.

Door de klimaatverandering en alle rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die dit fenomeen met zich meebrengt, treden tal van gezondheidsproblemen vaker op bij zwangere vrouwen en jonge kinderen. Zo neemt het aantal infectieziekten toe, worden zwangerschappen bij vrouwen bemoeilijkt, en raken steeds meer kinderen chronisch ondervoed wegens een toenemende voedselonzekerheid. En zo zijn er nog heel wat andere nadelige effecten van klimaatverandering op de volksgezondheid.

Anderzijds bemoeilijkt de klimaatcrisis ook de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg. Lokale gezondheidssystemen worden hard getroffen door de gevolgen van klimaatverandering. Vaak moet de fragiele infrastructuur eraan geloven bij klimaatrampen. Of denk maar aan de bereikbaarheid van ziekenhuizen en gezondheidscentra die bemoeilijkt wordt. Overstromingen maken wegen onbegaanbaar, waardoor zwangere vrouwen bijvoorbeeld niet tijdig een gezondheidscentrum kunnen bereiken.

 

Steeds meer toegangswegen tot gezondheidscentra worden verwoest door de gevolgen van klimaatverandering (foto: DR Congo)

De klimaatverandering veroorzaakt vreselijke schade: aan de kinderen van vandaag en hun nakomelingen, aan miljoenen mensen die nu al kwetsbaar zijn, overal ter wereld. Klimaatrechtvaardigheid vereist dat er ook in de gezondheidssector meer aandacht gaat naar mitigatie, ofwel het verminderen van de uitstoot zodat het probleem van de klimaatverandering niet erger wordt, alsook naar adaptatie, ofwel het aanpassen van (in dit geval) de lokale gezondheidssystemen aan de gevolgen van klimaatverandering om de impact ervan te minimaliseren.

Zo ondersteunen we als ngo gezondheidsstructuren in het zich organiseren om beter met de gevolgen van de klimaatverandering om te gaan. Dat doen we bijvoorbeeld door infrastructuur aan te passen, zodat deze veerkrachtiger wordt tegen de impact van klimaatverandering. Het bouwen van nieuwe gezondheidscentra gebeurt zo op plaatsen waar de kans op overstromingen lager ligt dan elders.

Enerzijds is het aan ngo’s om tijdens hun activiteiten en interventies minder uit te stoten, om zo minder bij te dragen aan het probleem van klimaatverandering. Daarnaast is het ook belangrijk dat ngo’s de actoren hier in eigen land aanzetten tot actie, zodat we ook in België onze verantwoordelijkheid opnemen. Anderzijds is het belangrijk om na te denken over hoe de sector kan omgaan met de gevolgen van de klimaatverandering op de gezondheidsstructuren op het terrein. ‘Hoe kunnen we lokale gezondheidssystemen veerkrachtiger en resistenter maken tegen de gevolgen van klimaatverandering?’ is een vraag die ook steeds pertinenter wordt bij medische ngo’s zoals Memisa.

Klimaatonrecht bestrijden

Als medische ngo schaarden we ons dit jaar volop achter de najaarscampagne van 11.11.11, die ook dit jaar over klimaatonrecht ging. Ook wij vinden het als ngo voor internationale solidariteit belangrijk om mee te strijden tegen klimaatonrecht. Want als we geen collectieve actie ondernemen dreigt de klimaatcrisis een nog grotere gezondheidscrisis te veroorzaken voor de mensen in het Globale Zuiden waar we ons elke dag voor inzetten.

Uiteindelijk zal de klimaatverandering een bedreiging zijn voor de gezondheid van ons allemaal. Klimaatonrecht is geen ver-van-ons-bed-show meer, zoals te veel mensen nog steeds denken. De impact van de klimaatcrisis op de gezondheid(szorg) staat ook bij ons voor de deur. Het is verre van ondenkbaar dat de toegang tot gezondheidszorg ook bij ons in het Globale Noorden bemoeilijkt zal worden, net zoals dat het geval is voor zwangere vrouwen in de DR Congo. Wat als ook hier vrouwen die op het punt staan te bevallen het ziekenhuis niet kunnen bereiken doordat overstromingen de wegen onbegaanbaar maken? Hoe belangrijk zouden wij het dan collectief vinden om volop aan dezelfde kar te trekken en klimaatonrecht te bestrijden?

Als medische ngo hopen wij dat er dringend werk wordt gemaakt van een rechtvaardiger klimaatbeleid, zodat de kwetsbare populaties in het Globale Zuiden eerlijke toegang hebben tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg. De ongelijke toegang tot gezondheidszorg wereldwijd wordt alleen maar groter naargelang de klimaatverandering zich verder doorzet. De sector van Internationale Solidariteit slaat daarom de handen ineen om samen verder naar multidisciplinaire (ofwel: transversale) oplossingen te zoeken en aan de slag te gaan met dit cruciale thema. Want samen kunnen we constructief oplossingen uitwerken zodat de lokale gezondheidssystemen in het Globale Zuiden zich beter kunnen wapenen tegen de gevolgen van de klimaatverandering.

Door Thibaut Verhaeghe – Communication Officer bij Memisa

Dit opiniestuk werd oorspronkelijk gepubliceerd in MO Magazine: https://www.mo.be/opinie/klimaatrechtvaardigheid-gaat-ook-over-de-toegang-tot-kwaliteitsvolle-gezondheidszorg

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2023/12/©-Memisa-1.png');"

12 december 2023

Kwaliteitsvolle zorg voor kinderen in Bokonzi (DR Congo)

In heel wat plaatsen in de wereld krijgen kinderen niet de zorg waar ze recht op hebben. Dat is ook het geval in de gezondheidszone Bokonzi, in de DR Congo, waar 283.872 mensen wonen.

Beperkte toegang tot gezondheidszorg voor kinderen 

Terwijl kwaliteitsvolle kindergeneeskunde in België vanzelfsprekend lijkt, is dit niet het geval in de DR Congo. In het Afrikaanse land hebben vandaag nog te weinig kinderen toegang tot gezondheidszorg, wat nochtans een basisrecht is.

In het ziekenhuis van Bokonzi, in het noordwesten van de DR Congo, is er te weinig plaats en te weinig opgeleid personeel om alle zieke kinderen op te kunnen vangen en te verzorgen. De afdeling pediatrie beschikt slechts over 8 bedden en 3 verpleegkundigen, die 7 dagen op 7 en 24u op 24u moeten instaan voor de zorg. Komt daar nog bij dat geschikt materiaal en medicijnen in groten getale ontbreken.

 

“Bij de instroom aan zieke kinderen worden we soms overweldigd wegens een gebrek aan ruimte. Vaak is het zo dat al onze bedden bezet zijn. Bovendien beschikken we niet over de benodigde apparatuur, zoals bloeddrukmeters, stethoscopen en zuurstofapparaten.” Lydie, diensthoofd van de afdeling pediatrie in het ziekenhuis van Bokonzi (DR Congo).

 

Ondervoeding aan de basis van gezondheidsproblemen bij kinderen 

In Bokonzi zijn heel wat kinderen die zorg nodig hebben chronisch ondervoed. Maar liefst de helft van de kinderen die aankomen op de spoedafdeling zijn ferm ondervoed. Dat komt onder meer door de beperkte toegang tot drinkbaar water en het ontbreken van kwaliteitsvolle voeding. Daardoor treedt diarree bijvoorbeeld heel vaak op. Daarnaast behoren bloedarmoede, nierfalen, longaandoeningen en malaria tot de meest voorkomende pathologieën bij kinderen in Bokonzi.

 

Het merendeel van de patiënten in het ziekenhuis van Bokonzi (DR Congo) zijn kinderen

De bouw en uitrusting van een nieuwe pediatrische afdeling

In samenwerking met haar lokale partners ondersteunt Memisa een project dat als doel heeft de kwaliteit van de pediatrie in de regio te verbeteren. Aangezien er middelen te kort zijn omde constructie af te ronden van een gebouw dat zal dienen als pediatrische afdeling, steekt Memisa een handje toe.

De prioriteit is om de constructie van het aparte gebouw te kunnen afronden. Aangezien er op dit moment te weinig plaats is om alle kinderen te kunnen verzorgen, investeert Memisa ook in extra bedden. Op die manier gaat de bezettingsgraad in de afdeling pediatrie, die vandaag veel te hoog ligt, naar beneden. Om ervoor te zorgen dat de verpleegkundigen voldoende materiaal en apparatuur ter beschikking hebben, wordt er ook geïnvesteerd in materiaalkits (met stethoscopen, bloeddrukmeters en zuurstofapparaten).

 

Memisa ondersteunt de constructie van een pediatrische afdeling in het ziekenhuis van Bokonzi (DR Congo)

“Om de kinderen te kunnen verzorgen, is er dringend nood aan medisch materiaal en medicijnen. Daarnaast is er ook een goede stroomvoorziening nodig, zodat we de apparatuur op ieder moment kunnen gebruiken.”  Dr. Benjamin Mabe, medisch directeur van het ziekenhuis in Bokonzi (DR Congo).

Wat doet Memisa nog voor de gezondheid van kinderen?

Naast de bouw en renovatie van pediatrische afdelingen in de DR Congo, investeert Memisa ook in opleidingen voor het lokale zorgpersoneel. Het is heel belangrijk dat zorgverleners zorg op maat kunnen bieden aan kinderen. Zo worden opleidingen in pediatrische noodhulp voorzien. Daarbovenop is het zo dat hoe beter de werkomstandigheden zijn in de afdeling pediatrie, hoe meer motivatie er aanwezig is bij het personeel.

Om de grondoorzaak van de meest voorkomende pathologieën te bestrijden, is het belangrijk om ondervoeding tegen te gaan in de regio. Daarom ondersteunt Memisa de behandeling van ondervoede kinderen met lokale en verse voeding. Dit doen we door laagdrempelige workshops te organiseren voor de lokale bevolking.

De impact van Memisa’s steun op de samenleving is groot 

Dankzij de steun van Memisa en de constructieve samenwerking met de lokale partners kunnen heel wat kinderen de zorg krijgen waar ze recht op hebben. Kwaliteitsvolle pediatrische afdelingen zijn een belangrijk aspect van een goed functionerend lokaal gezondheidssysteem. Op termijn zorgt de ondersteuning van Memisa voor de pediatrie in Congo voor een gezondere, productievere en meer veerkrachtige bevolking. Ouders en overige familieleden zijn blij dat hun kinderen in goede omstandigheden kunnen worden verzorgd.

Kunnen wij op uw steun rekenen om ervoor te zorgen dat de kinderen van bokonzi in de best mogelijke omstandigheden worden opgevangen en verzorgd?

DOE EEN GIFT AAN MEMISA 

EN STEUN DAARMEE DE BOUW VAN EEN PEDIATRISCHE AFDELING EN MET GESCHIKT MATERIAAL VOOR EEN BETERE GEZONDHEID VAN DE KINDEREN IN BOKONZI!

 

 
style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2023/11/Votre-texte-de-paragraphe-3.png');"

6 november 2023

Gezondheidszorg als schild tegen de klimaatcrisis in de DR Congo

Om Afrikaanse gemeenschappen weerbaar te maken tegen de klimaatcrisis, is toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg onmisbaar.

“De klimaatcrisis treft in toenemende mate het Afrikaanse continent” vertelt Petteri Taalas, secretaris-generaal van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO). “Extreme hitte, droogtes en overstromingen zullen tegen 2030 ruim 118 miljoen Afrikanen treffen als er geen onmiddellijke maatregelen worden genomen.”

Het zijn geen lege woorden. Zo werd de DR Congo in mei 2023 getroffen door hevige stortregens die leidden tot rotslawines, overstromingen en allesverslindende modderstromen. Hele dorpen werden weggevaagd.

De gevolgen zijn overweldigend. Janvier (48), landbouwer in het centrum van Bushushu getuigt: “Ik heb niets meer. Mijn twee geiten zijn verdwenen, mijn akkers zijn verwoest. Ik draag nog altijd de kleren die ik aan had toen de overstromingen ons troffen. Dat is alles wat ik nog heb.”

De natuurramp trof in totaal zo’n 20.000 mensen. 428 van hen stierven, vaak verdwenen ze tussen het steenpuin of modderstromen.

“Ik heb niets meer. Mijn twee geiten zijn verdwenen, mijn akkers zijn verwoest. Ik draag nog altijd de kleren die ik aan had toen de overstromingen ons troffen. Dat is alles wat ik nog heb.” Janvier, landbouwer

Afrika onrechtvaardig hard getroffen door de klimaatcrisis

Memisa, een lidorganisatie van 11.11.11, werkte in de regio al samen met Action D’Espoir (ADE). Beide organisaties schoten na de ramp dan ook onmiddellijk te hulp. 105 noodverblijven werden in een mum van tijd opgericht met plaats voor 677 ontheemde mensen. 100 tienermeisjes en vrouwen ontvingen hygiënekits. Deze hulp is van cruciaal belang voor de bevolking, maar geen oplossing op lange termijn.

Want de klimaatcrisis raast verder, en natuurrampen zullen hierdoor steeds vaker voorkomen op het Afrikaanse continent. Maar het is nog niet te laat om het tij te keren. Daarom focust Memisa in haar werk op het wereldwijd verbeteren van de toegang tot en de kwaliteit van volksgezondheid in Afrika. Want wanneer er natuurrampen zijn, is het belangrijk dat het gezondheidssysteem en de bevolking weerbaar zijn.

En ja, dat kan bereikt worden! Met investeringen in gezondheidsfaciliteiten, wegen, geneesmiddelen, bijscholing, materialen, toegang tot elektriciteit, water en vervoer. Memisa kiest daarbij altijd voor duurzame en milieuvriendelijke oplossingen, zoals bij haar investering in zonnepanelen en fietsen in de gezondheidszone in Katako Kombe (DR Congo).

 

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op de website van 11.11.11, de Vlaamse Koepel voor Internationale Solidariteit. Memisa is lid van 11.11.11. We zijn actief betrokken bij de najaarscampagne van 11.11.11 over klimaatrechtvaardigheid.

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2023/10/foto1mangembo.png');"

30 oktober 2023

“We moeten de lokale bevolking blijven sensibiliseren over mentale gezondheidsproblemen”

In de DR Congo rust er een groot taboe op patiënten met mentale problemen. Net zoals dat het geval is hier in het Westen, is het ook in Congo voor veel mensen geen evidentie om mentale problemen te zien als volwaardige gezondheidsproblemen. Daarom werkt Memisa in Congo samen met lokale partners aan het implementeren van geestelijke gezondheid in het gezondheidssysteem. Zo ook in Mangembo, in het westen van de DRC. En dat is voor een groot deel te danken aan ‘Abbé’ Marc, een Belgische missionaris die mensen met mentale kwetsbaarheden in de DR Congo helpt.

Memisa integreert mentale gezondheidszorg in het ziekenhuis van Mangembo

Het is onvermijdelijk dat de moeilijke omstandigheden waar Congolezen dagelijks mee worden geconfronteerd ervoor zorgen dat er heel wat mentale gezondheidsproblemen opduiken. Mentale kwetsbaarheden behoren tot de grootste gezondheidsproblemen in het land. Tal van factoren, waaronder ondervoeding, ziekte, werkloosheid, een gebrek aan voldoende slaap, seksualiteit enzovoort hebben een grote invloed op de mentale gezondheid van de lokale bevolking.

Mentale problemen worden niet serieus genomen

Helaas is het in de DR Congo zo dat mensen met geestelijke gezondheidsproblematieken vaak geconfronteerd worden met discriminatie, stigmatisering en schendingen van hun mensenrechten. Daardoor hebben heel wat mensen die hulp nodig hebben geen toegang tot gezondheidszorg. “Wegens het taboe rond mentale problemen, worden veel mensen aan hun lot overgelaten. Soms worden ze letterlijk verstoten. Vaak krijgen ze niet eens de kans om naar een gezondheidscentrum of ziekenhuis te gaan, omdat ze niet serieus worden genomen door hun familie”, vertelt Marc.

De Belgische missionaris trok in 2010 naar Congo. Naast het ondersteunen van ontwikkelingsprojecten in de regio en zich beschikbaar te stellen als pastoor, vindt Marc het belangrijk om rond mentale gezondheid te werken. Vanuit zijn eigen humanitaire overtuiging om de meest kwetsbaren in de samenleving te helpen, strijdt Marc tegen de discriminatie waarmee mensen met een mentale kwetsbaarheid te maken krijgen. “Het zijn zij die in de Congolese samenleving het meest gediscrimineerd worden. Vooral op sociaal vlak worden dergelijke patiënten helemaal geïsoleerd”, aldus Marc.

Les Amis de Mangembo

In België richtte Marc een aantal jaren geleden de vzw ‘Les Amis de Mangembo’ op. Naast sensibiliseren, kan Marc vertrouwen op heel wat vrijwilligers, waaronder voormalige dokters, die hun kennis met Marc delen. Hij werft ook fondsen die gebruikt worden om zowel medicijnen als opleidingen voor gezondheidspersoneel te financieren. Dankzij zijn ervaring op het terrein in verband met mentale gezondheidsproblemen, signaleerde Marc de hoge nood aan hulp rond deze problematiek in de regio. Meer bepaald is er nood aan de integratie van mentale gezondheid in het zorgsysteem.

Met de oprichting van Les Amis de Mangembo trok Marc de aandacht van Memisa om rond mentale gezondheid te werken. De steun van Memisa en van Les Amis de Mangembo zorgt ervoor dat mentale gezondheid al een aantal jaren geïntegreerd wordt in het lokale gezondheidssysteem, in samenwerking met de lokale gezondheidsautoriteiten. Naast moederzorg is de integratie van mentale gezondheidszorg zelf de prioriteit binnen Memisa’s vijfjarenprogramma in het westen van de DR Congo.

In Mangembo strijdt Memisa samen met lokale partners en Marc om het taboe dat bestaat rond deze problematiek te doorbreken. Als pastoor fungeert Marc in de gezondheidszone Mangembo als tussenpersoon, waarbij hij verbinding probeert te maken tussen de patiënten, de families en de gezondheidscentra. “Een eerste stap daarbij is uitleggen aan zowel de patiënt als de familieleden dat mentale problemen wel degelijk ernstige gezondheidsproblemen zijn.” Net zoals dat in het Westen het geval is, worden mentale gezondheidsproblemen in de regio vaak niet serieus genomen.

Net zoals dat bij ons het geval is, worden jongeren met mentale kwetsbaarheden in de DR Congo vaak niet voldoende begrepen

Oplossingen en uitdagingen

Heel wat mensen weten niet dat mentale kwetsbaarheden volwaardige gezondheidsproblemen zijn die kunnen worden opgelost aan de hand van een behandeling en medicatie. Marc spreekt hierover met de mensen, en hij probeert hen ook aan te zetten om in behandeling te gaan, of op z’n minst medicatie uit te proberen. “In bijna alle gevallen helpt een behandeling met medicijnen”, aldus Marc. “Ik probeer mensen uit te leggen dat ze niet alleen moeten bidden, maar zich daarnaast ook naar een gezondheidscentrum of ziekenhuis moeten begeven.”

Naast het culturele aspect en het taboe dat rond mentale gezondheidsproblemen heerst, zijn er natuurlijk nog een aantal uitdagingen waardoor mensen niet geholpen kunnen worden. De kostprijs van medicijnen ligt helaas erg hoog. Net daarom is de financiële steun van partners zoals Memisa zo belangrijk. Daarnaast is een groot deel van het gezondheidspersoneel niet of te weinig op de hoogte van het belang van mentale gezondheidszorg. “En net daarom zijn ook opleidingen van lokaal gezondheidspersoneel rond deze problematiek essentieel”, zegt Marc.

De samenwerking met pastoor Marc is enorm waardevol, omdat hij dicht bij de mensen staat in de DRC. Tijdens ons gesprek benadrukt Marc hoe belangrijk het is om de lokale bevolking te sensibiliseren, in een poging komaf te maken met het taboe. En aangezien mentale gezondheidsproblematieken onvoldoende bekend zijn bij de lokale bevolking, is het belangrijk om dicht bij de mensen te staan. “Wanneer we de mentaliteit bij mensen willen veranderen, is het belangrijk dat we er een persoonlijke band mee hebben. Hen op een correcte manier sensibiliseren blijft een prioriteit”, concludeert Marc.

Als medische ngo strijdt Memisa voor de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor iedereen. Dit is ook het geval voor mentale gezondheidszorg. De integratie van geestelijke gezondheidszorg in onze projecten vinden we uiterst belangrijk. Door onder meer specifieke opleidingen voor het gezondheidspersoneel te organiseren en door de bevolking te sensibiliseren over de thematiek, probeert Memisa haar steentje bij te dragen. 
style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2023/10/DSC_2940_overstromingen-scaled.jpg');"

16 oktober 2023

Online sessie over de impact van klimaatverandering op de globale gezondheidszorg

Op dinsdag 19 september organiseerden de drie Belgische ngo’s Memisa, Artsen Zonder Vakantie en Dokters van de Wereld een interactieve online sessie rond klimaatverandering en gezondheidszorg. De sessie vond plaats in het kader van het ambassadeurstraject ‘Gezondheidszorg voor Iedereen’. Dr. Iris Blom gaf een uiteenzetting over hoe de klimaatverandering een serieuze impact heeft op de globale gezondheidszorg. Ze gaf daarbij ook advies aan ngo’s en gezondheidsmedewerkers over wat de sector kan doen om de gevolgen van de klimaatverandering in te perken.

Als Belgische ngo strijdt Memisa dagelijks voor toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor iedereen. Dit doen we door te investeren in goede gezondheidsstructuren en opgeleid personeel in het Globale Zuiden, maar ook door hier in België op te komen voor het recht op gezondheid. Zo organiseren we in België samen met Artsen Zonder Vakantie en Dokters van de Wereld het educatief programma voor wereldburgerschap en Internationale Solidariteit. Via het ambassadeurstraject ‘Gezondheidszorg voor Iedereen’ versterken onze vrijwilligers hun competenties om hun impact te vergroten als actoren in het verbeteren van de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor iedereen.

Klimaatonrecht treft lokale gezondheidssystemen in Afrika

Op dinsdag 19 september vond de eerste online sessie van het nieuwe seizoen van het ambassadeurstraject plaats. Tijdens deze sessie gaf Dr. Iris Blom van de ‘London School of Hygiene and Tropical Medicine’ uitleg over de impact van klimaatverandering op de globale gezondheidszorg, met een specifieke focus op Afrika. De bevolking van de landen in het Globale Zuiden waar Memisa, Artsen Zonder Vakantie en Dokters van de Wereld actief zijn, worden disproportioneel getroffen door de klimaatverandering. Het is duidelijk dat de landen en populaties die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis de zwaarste gevolgen ervan dragen. De sector van Internationale Solidariteit gaat hiermee aan de slag en denkt na over hoe we dit klimaatonrecht het best aanpakken.

Door de klimaatverandering en alle directe en indirecte gevolgen die dit fenomeen met zich meebrengt, zijn er tal van gezondheidsproblemen die vaker opduiken. Het aantal infectieziekten neemt bijvoorbeeld toe, zoals influenza en Ebola. De opwarming van de aarde heeft ook nadelige effecten op zwangerschappen bij vrouwen. Hittestress bemoeilijkt namelijk het goede verloop van de zwangerschap. Ook de strijd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen wordt bemoeilijkt. Denk ook aan de voedselonzekerheid die toeneemt, waardoor meer kinderen ondervoed raken. Of de mentale gezondheid die bij jongeren wordt aangetast door de gevaren en risico’s van klimaatrampen. En zo zijn er nog tal van andere nadelige effecten van klimaatverandering op de volksgezondheid.

Nood aan klimaatmitigatie en -adaptatie

Het is simpel: de grootste bedreiging voor de wereldwijde volksgezondheid is het falen van wereldleiders om de globale temperatuurstijging onder de 1,5°C te houden. Om de gevolgen van de klimaatverandering op landen in het Globale Zuiden te beperken, is er daarom dringend meer nood aan mitigatie, ofwel het verminderen van de uitstoot zodat het probleem van de klimaatverandering niet erger wordt. Er is ook nood aan adaptatie, ofwel het aanpassen van lokale gezondheidssystemen aan de gevolgen van klimaatverandering om de impact ervan te minimaliseren.

Enerzijds is het aan ngo’s om tijdens hun activiteiten en interventies minder uit te stoten, om zo minder bij te dragen aan het probleem van klimaatverandering. Daarnaast is het ook belangrijk dat ngo’s de actoren hier in eigen land aanzetten tot actie, zodat we ook in België onze verantwoordelijkheid opnemen. Anderzijds is het belangrijk om na te denken over hoe de sector kan omgaan met de gevolgen van de klimaatverandering op de gezondheidsstructuren op het terrein. Hoe kunnen we lokale gezondheidssystemen veerkrachtiger en resistenter maken tegen de gevolgen van klimaatverandering?

Tijdens haar betoog haalde Dr. Iris Blom het voorbeeld van Kenia aan, waar ze onderzoek voert naar de impact van klimaatverandering op de gezondheidszorg. Kenia maakte de toewijding om het nationale gezondheidssysteem klimaatneutraal te maken tegen 2030. Een belangrijke vraag voor Belgische gezondheidswerkers en ngo-medewerkers is hoe we van een ambitieus land als Kenia kunnen bijleren op het vlak van klimaatmitigatie en -adaptatie. Het voorbeeld van Kenia kan namelijk als inspiratie dienen voor hoge-inkomenslanden zoals België in verband met hoe we hier gezondheidszorg van hoge kwaliteit kunnen aanbieden met veel minder uitstoot. Volgens Dr. Iris Blom zijn hier heel wat mogelijkheden.

Uiteindelijk is de rol van educatie en sensibilisering van gezondheidsmedewerkers rond deze problematiek essentieel. Gezondheidsmedewerkers zijn namelijk fundamentele actoren in de klimaattransitie. Daarom is het juist zo belangrijk dat gezondheidsmedewerkers op de hoogte zijn van de impact van klimaatverandering op de gezondheidszorg en welke oplossingen er voorhanden zijn om hiermee om te gaan. Net daarom zijn educatie-sessies voor ambassadeurs, zoals deze aangeboden door Memisa, Artsen zonder Vakantie en Dokters van de Wereld, zo cruciaal. De sector van Internationale Solidariteit slaat de handen ineen om samen verder naar oplossingen te zoeken en aan de slag te gaan met dit cruciale thema.

 

Steun ons project

Steun dit jaar de bouw van een medisch centrum in Pay Kongila in de DR Congo

Ik doe een gift