style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/05/IMG_7271-scaled.jpg');"

31 mei 2024

Memisa bundelt de krachten met Sant’Egidio om de toegang tot gezondheidszorg voor daklozen in België te verbeteren

Sinds 2023 zet Memisa zich ook in ons land in om de gezondheid van de meest kwetsbaren te verbeteren. De Belgische ngo bundelde vorig jaar de krachten met Sant’Egidio België om mensen die op straat leven toegang te geven tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg en sanitaire diensten.

Centraal in de missie van Memisa: specifieke aandacht voor de meest kwetsbaren

De missie van Memisa is om de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor iedereen te verbeteren, met een bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Ook in België leven heel wat mensen in precaire omstandigheden. Daarom werkt Memisa, naast haar internationale partnerschappen, samen met Sant’Egidio België. Meer specifiek bundelen Memisa en Sant’Egidio België de krachten in het kader van het gezamenlijke project Kamiano Care, in Antwerpen.

Een goede mentale gezondheid voor mensen die op straat leven 

Heel wat daklozen ondervinden fysieke of mentale gezondheidsproblemen. Soms zijn deze medische problemen de oorzaak van het feit dat ze op straat leven. Voor anderen zijn medische problemen dan weer het gevolg van het dakloze bestaan. Een dakloze man of vrouw heeft in België een gemiddelde levensverwachting van slechts 48 jaar. Dat staat in schril contrast met de gemiddelde leeftijd van de rest van de Belgische bevolking, namelijk 81,7 jaar [1] (FR).

Tot de meest voorkomende gezondheidsproblemen behoren open wonden, problemen gelinkt aan een gebrek aan hygiëne, en psychologische problemen.

Kamiano Care, een zorgcentrum voor daklozen in Antwerpen 

Kamiano Care is een plek waar daklozen medische zorg kunnen krijgen, een warme douche kunnen nemen en hun kleren kunnen wassen. Een team van vrijwilligers (artsen en verpleegkundigen) verlenen zorg aan patiënten, met een speciale aandacht voor wondverzorging en hygiëne. Er is ook een psychiater die zich als vrijwilliger beschikbaar stelt voor mensen met geestelijke gezondheidsproblemen.

Sant’Egidio is een seculiere christelijke beweging die ongeveer 80.000 leden telt, verspreid over meer dan 70 landen. In België heeft Sant’Egidio activiteiten en projecten lopen voor kinderen en ouders die aan de rand van de steden wonen. De gemeenschap zet zich ook in voor daklozen, nieuwkomers, vluchtelingen en mensen met een beperking. 

Je leest er alles over op hun website: https://www.santegidio.be/vzws/ 

Kamiano Care opende haar deuren in juni 2023, mede dankzij de steun van Memisa, dat een deel van de energiekosten dekt voor de dagelijkse werking van het centrum.

In 2023 vonden er 142 medische consultaties plaats in het Kamiano-centrum. Elke dag konden gemiddeld 18 mensen een douche nemen.

Meer dan ooit werkt Memisa aan het verbeteren van de gezondheid voor iedereen, ook in België.

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/05/WhatsApp-Image-2024-05-13-a-12.35.44_df5188cc.jpg');"

29 mei 2024

Hevige regenval en overstromingen bedreigen de toegang tot gezondheidszorg in Burundi

De Burundezen krijgen te maken met een aantal desastreuze gevolgen van de klimaatverandering. Sinds september 2023 regent het vaker dan normaal. Maar het regent er ook harder. De afgelopen maanden is de hevige regenval alleen maar toegenomen in intensiteit. Meer dan 100.000 mensen zijn gedwongen hun huizen te verlaten om aan de overstromingen te ontsnappen en zich te beschermen tegen mogelijke aardverschuivingen.

Hevige regenval, aardverschuivingen en het risico op overstromingen: een kettingreactie 

Volgens de VN zijn sinds de herfst van 2023 meer dan 200.000 mensen getroffen door stortregens, hagel, overstromingen of aardverschuivingen (OCHA, 2024). Zo’n 100.000 van hen hebben noodgedwongen hun huizen moeten verlaten op zoek naar een nieuwe woonplaats in gebieden die gespaard bleven van de wateroverlast. In allerijl en nat van de regen -die met bakken uit de hemel blijft vallen- bouwen deze families hun nieuwe huizen met dekzeilen en stukken hout. Anderen zoeken onderdak in scholen en in kerken. Maar na slechts een paar maanden of weken krijgen deze mensen het bevel opnieuw te vertrekken: het gebied wordt op zijn beurt bedreigd door overstromingen en aardverschuivingen. Er moest alweer een nieuwe plek worden gevonden die bescherming biedt en de getroffenen moesten opnieuw beginnen.  Heel wat inwoners van de regio hebben de afgelopen jaren meermaals moeten verhuizen. [1].

Op 19 april 2024 vond er opnieuw een aardverschuiving plaats in Kirasa. Eén persoon kwam om het leven en meer dan 375 huizen raakten beschadigd. De waterkrachtcentrale van Kirasa werd verwoest. Waterreservoirs (ofwel: watertanks) raakten beschadigd. Deze overvloedige regenval brengt met zich mee dat het waterniveau van het Tanganyikameer stijgt, en dat is gevaarlijk.

Het fenomeen El Niño

Burundi heeft normaal gezien 2 regenseizoenen: het eerste loopt van september tot januari, het tweede van maart tot mei. Dit jaar liep het regenseizoen gewoon door, zonder onderbreking. En dat heeft alles te maken met het klimaatfenomeen El Niño.

Een grote ramp voor de gezondheid van de Burundese bevolking

Op dit moment zijn 5 gezondheidsstructuren verwoest door de overstromingen. Heel wat anderen zijn niet meer bereikbaar vanwege ondergelopen toegangswegen. Dat wil zeggen dat duizenden mensen geen toegang meer hebben tot gezondheidszorg. Honderden zwangere vrouwen kunnen niet meer naar een ziekenhuis of gezondheidscentrum om er te bevallen aan de zijde van een zorgverlener. Zorginstellingen die wel nog operationeel zijn, kunnen wegens logistieke beperkingen geen medicijnen meer krijgen.

Inondations Burundi - pharmacie sous eaux

Daarnaast hebben meer dan 20.000 huishoudens hun oogst verloren. Minstens 40.000 hectare aan akkers liep onder water. Dit wijst op een nakend voedseltekort de komende maanden, met alle gevolgen van dien voor de voeding kinderen.

In haar rapport wijst het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) ook op het aantal toiletten die door de overstromingen werden vernield. Toegang tot degelijke toiletten is immers een grote uitdaging voor de volksgezondheid in het land. Menselijke uitwerpselen bevatten namelijk heel wat bacteriën en andere besmettelijke stoffen. Deze stoffen kunnen waterbronnen besmetten. Ziekten zoals diarree, cholera, dysenterie en tyfus kunnen voorkomen bij mensen die in de buurt van niet-beschermde ontlastingsplaatsen wonen.

Nood aan humanitaire hulp

De ontheemde bevolking heeft dringend nood aan humanitaire hulp. Noodopvang is nodig, alsook keukenmateriaal, matrassen en muskiettennetten. Er is ook nood aan voedsel. In Kirasa hebben minstens 2.500 mensen voedselhulp nodig (OCHA). Tot slot zijn ook de installatie van toiletten in de vluchtelingenkampen en wateropvang- en waterconserveringskits een prioriteit.

Inondations Burundi - personnes et voiture dans les rues

Wat doet Memisa in Burundi ?

Deze klimaatrampen laten zien hoe belangrijk het is om een robuust gezondheidszorgsysteem te hebben dat resistent is tegen de gevolgen van klimaatverandering. Een zorgsysteem dat de continuïteit van de gezondheidszorg kan garanderen, wat er ook gebeurt. In Burundi werkt Memisa dag in dag uit aan het versterken van de lokale gezondheidszorg, zodat de toegang tot gezondheidszorg voor de Burundezen verbetert, ook wanneer er externe schokken zijn.

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/05/c-Memisa-49-.png');"

21 mei 2024

Opinie: Gendergerelateerd geweld overschrijdt geografische en culturele grenzen

Gendergerelateerd geweld is een universeel probleem dat geen sociale of geografische grenzen kent. Van België tot in de DR Congo en elders in de wereld: gendergerelateerd geweld is een grens- en cultuuroverschrijdend probleem waar dringend meer aandacht aan moet worden besteed. Dat schrijven Anna Salvati en Thibaut Verhaeghe, medewerkers van de medische ngo Memisa, die het belangrijk vinden om het brede publiek hierover te sensibiliseren.

Wereldwijde genderongelijkheid als onderliggend probleem

Volgens het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE) is gendergerelateerd geweld een van de meest ernstige vormen van genderongelijkheid. ‘Dit probleem treft vrouwen onevenredig hard omdat het direct verband houdt met de ongelijke machtsverdeling tussen vrouwen en mannen’ (EIGE, 2016). Gendergerelateerd geweld verwijst naar alle schadelijke handelingen tegen een individu of een groep vanwege hun genderidentiteit.

Gegevens van over de hele wereld tonen aan dat gendergerelateerd geweld helaas alomtegenwoordig is. Of het nu gaat om verkrachting, huiselijk geweld of feminicide, gendergerelateerd geweld heeft een “universele dimensie”, wat impliceert dat het zowel geografische als sociale grenzen overschrijdt en dat niemand over de hele wereld zichzelf ervan kan verzekeren om deze vorm van geweld te ontlopen. Volgens UN Women, de vrouwenrechtenorganisatie van de Verenigde Naties, heeft wereldwijd één op de drie vrouwen op een moment in haar leven te maken gehad met fysiek of seksueel geweld (WHO, 2018).

Het is een universeel probleem dat overal voorkomt en iedereen kan treffen, op elk moment. Thuis, in de werkomgeving, in conflictgebieden, in vluchtelingenkampen… Gendergerelateerd geweld komt overal ter wereld voor, ongeacht cultuur, taal, etniciteit of geloofsovertuiging. Verkrachtingen bijvoorbeeld vinden niet alleen plaats in gebieden waar onveiligheid, armoede, of economische exploitatie de bevolking treft, zoals in het oosten van de DR Congo. Ook in de meest welvarende werelddelen is gendergerelateerd geweld geen uitzondering. In Italië werden afgelopen jaar maar liefst 103 vrouwen vermoord vanwege hun geslacht, volgens cijfers van het nationaal observatorium voor feminicide in Italië.

Mentale en fysieke lijdensweg

Seksueel geweld is een vorm van gendergerelateerd geweld en is een traumatische ervaring met diepe psychologische kwetsuren tot gevolg. Een aanval op onze allerintiemste delen brengt een onbeschrijfelijk gevoel van vernedering, en vaak ook schaamte, met zich mee. De invloed van seksueel geweld op het mentale welzijn is enorm. Overlevers van seksueel geweld (vanwege hun kracht en doorzettingsvermogen zou het fout zijn om hen als ‘slachtoffers’ te omschrijven) worden geconfronteerd met angststoornissen, depressie en posttraumatische stress.

Zowel mentaal als fysiek ruïneert het talloze levens wereldwijd. Het fysieke letsel dat vrouwen er aan overhouden veroorzaakt niet alleen pijn, maar doet ook kinderwensen uiteenspatten en heeft een serieuze impact op het seksleven. Deze vorm van geweld heeft ernstige gevolgen op de lichamelijke gezondheid van vrouwen. Het gaat vaak over wonden die onherstelbaar zijn, en in sommige gevallen lijdt seksueel geweld zelfs tot overlijden. Vrouwen moeten hun leven voortzetten met een mentale en vaak ook fysieke wonde die eigenlijk niet te genezen valt, zoals Denis Mukwege het verwoordt in zijn boek ‘De kracht van vrouwen’ (Mukwege, 2021).

In de DR Congo wordt het leven van de getroffen personen voorgoed hertekend. Na het misdrijf wordt de overlever van seksueel geweld meestal uitgestoten van haar leefomgeving en wordt het huwelijk met de man in heel wat gevallen ontbonden. Het is vaak zelfs zo dat ze op de één of andere manier verantwoordelijk wordt gehouden voor het misbruik, alsof ze het geweld door haar eigen gedrag heeft uitgelokt. Iets wat ook hier in het Westen maar al te vaak naar voren wordt geschoven als legitimatie voor seksueel ongewenst gedrag.

Gendergerelateerd geweld neemt niet af

Door een gebrek aan betrouwbare data is het moeilijk om voorvallen van seksueel geweld wereldwijd te kwantificeren. Daarbovenop is het ook zo dat vrouwen er vaak voor terugschrikken om misdaden die tegen hen werden gepleegd, te melden. Seksueel geweld is de vorm van geweld die wereldwijd het minst gerapporteerd wordt. Onderzoek toont aan dat gendergerelateerd geweld in tegenstelling tot andere vormen van geweld niet afneemt in Westerse landen (UN Women, 2020). En dat is verontrustend.

Gendergerelateerd geweld in het algemeen is wereldwijd alomtegenwoordig. Genitale verminking bijvoorbeeld vindt nog steeds plaats in maar liefst 33 landen in Afrika, 6 landen in Azië en 5 landen in het Midden-Oosten. Ook in bepaalde gemeenschappen in Oost-Europa en onder de diaspora in Europa en de Verenigde Staten is genitale verminking geen uitzondering. Naar schatting lopen elk jaar zo’n 4 miljoen meisjes het risico op vrouwelijke genitale verminking.

Ook verkrachtingen zijn een nog steeds aanzienlijk verspreide vorm van seksueel geweld tegen vrouwen. Het gebrek aan betrouwbaar cijfermateriaal staat echter niet in de weg om te kunnen spreken over een verkrachtingscrisis die zich op dit moment, en al zo veel jaren, afspeelt in de DR Congo. Vooral in het oosten van het land, waar miljoenen mensen getroffen worden door onveiligheid. In Ituri en Zuid-Kivu, waar we als ngo actief zijn, worden verkrachtingen ingezet als oorlogswapen.

Vrouwen als tweederangsburgers

De oorzaken van gendergerelateerd geweld hebben te maken met culturele, sociale, economische en politieke factoren. In dit opiniestuk zijn we genoodzaakt ons te beperken tot die eerste twee, die zich vertalen in vrouwelijke onderdrukking. Patriarchale sociale normen bestendigen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en dragen bij aan dit soort geweld.

In de DR Congo, maar ook in de meeste samenlevingen wereldwijd, is het vaak zo dat vrouwen vanaf hun geboorte als een soort van tweederangsburgers worden beschouwd. En op plaatsen en in samenlevingen waar mannen de sociale en politieke macht in handen hebben, loert seksueel geweld tegenover vrouwen om de hoek, en wordt het vaak getolereerd.

Van Afrika tot in Europa worden vrouwen geacht kinderen te baren en voor hen te zorgen, het huishouden te doen en te gehoorzamen aan hun man. Het dragen van lasten is traditioneel gezien ook iets waar vrouwen voor moeten opdraaien. De minachting voor het leven van de vrouw is uiteindelijk de oorzaak van een seksuele misdaad. Want vrouwen worden wereldwijd nog te vaak als ‘inferieur’ gezien. Al millennialang wordt onze samenleving vormgegeven door mannelijke dominantie, waardoor wereldwijd miljoenen, zoniet miljarden meisjes en vrouwen geconfronteerd worden met discriminatie en onrecht.

Geweld van mannen tegen vrouwen wordt ook gevoed door een cultuur van straffeloosheid, waarin de ‘agressor’ niet voldoende wordt gestraft en slachtoffers niet voldoende worden beschermd en gesteund. Een overgroot deel van de vrouwen wordt door het strafrechtsysteem in de steek gelaten. Overal ter wereld blijft verkrachting vaak buiten de criminele sfeer.

Doorbreken van machtsonevenwicht

Een van de manieren om seksueel geweld tegen te gaan is door machtsonevenwichten tussen mannen en vrouwen verder te doorbreken. Want gendergerelateerd geweld is en blijft een verhaal van macht. Dit opiniestuk is een warme oproep aan personen die een invloedrijke positie bekleden: spreek u uit over seksueel geweld. Want samen kunnen we als burgers, politici en activisten op allerlei manieren een rol spelen om van de wereld een veiligere plek te maken voor vrouwen, in eerste instantie door onze stem, en die van vrouwen, meer aan bod te laten komen.

We schreven dit stuk vanuit een gevoel van verontwaardiging over wat onze medemensen wordt aangedaan. Niemand verdient het om fysiek en mentaal te lijden door seksueel geweld. Als medewerkers van de medische ngo Memisa, die van de strijd tegen moedersterfte een prioriteit maakt, vinden we het belangrijk om het brede publiek bewust te maken van dit wereldwijde probleem. We vinden het ook belangrijk dat er wereldwijd maatregelen worden genomen om ze te voorkomen en te bestrijden. Door het brede publiek te sensibiliseren, alsook door komaf te maken met bepaalde taboeonderwerpen waaronder seksueel geweld, kunnen er positieve veranderingen tot stand komen in de manier waarop vrouwen behandeld worden. Daar geloven we in.

Anna Salvati is regionaal verantwoordelijke bij Memisa en heeft ervaring in het oosten van de DR Congo

Thibaut Verhaeghe is communicatiemedewerker bij Memisa 

Dit opiniestuk verscheen ook in MO Magazine: https://www.mo.be/opinie/gendergerelateerd-geweld-overschrijdt-geografische-en-culturele-grenzen 

 

 

style="background-image:url('https://memisa.be/wp-content/uploads/2024/05/©-Memisa-52.png');"

13 mei 2024

Hoe Memisa ondervoeding bestrijdt in Ituri (DR Congo)

In het kader van Project USE (Unis pour la Santé et l’Education) bestrijdt Memisa ondervoeding in Ituri, een provincie in het oosten van de DR Congo. Het project dat door de Europese Unie wordt gefinancierd heeft als doel de volksgezondheid en het welzijn van de bevolking in de DR Congo te verbeteren. Dr. Lipelba Houssinnet, die voor Memisa werkt in Ituri, geeft een woordje uitleg over hoe Memisa actie onderneemt om de toenemende voedselonzekerheid in de regio tegen te gaan.

 

In de DR Congo ondersteunt Memisa de strijd tegen ondervoeding

Zoals je kon lezen in het artikel dat we eerder dit jaar publiceerden, behandelt Project USE, dat door de EU wordt gefinancierd, verschillende deelthema’s. Naast Kongo-Central werden ook in Ituri al heel wat successen geboekt. Het project bereikt om en bij de 1.5 miljoen inwoners in de Congolese provincie, waar we interveniëren in 7 gezondheidszones.

Dr. Lipelba Houssinnet werkt voor Memisa in de provincie Ituri als Internationaal Technisch Assistent en Volksgezondheidsarts en geeft in dit artikel meer duiding over hoe Memisa de strijd tegen ondervoeding in Ituri ondersteunt. Het bestrijden van ondervoeding is belangrijk voor Memisa, aangezien dit een van de voornaamste oorzaken is van kindersterfte. Door onder meer de productie en consumptie van lokaal voedsel te promoten, lokaal geproduceerd voedsel te leveren aan gezondheidscentra en de bevolking te sensibiliseren, draagt Memisa bij aan de strijd tegen ondervoeding.

Politieke en economische factoren wakkeren ondervoeding aan 

In de DR Congo is ondervoeding een structureel probleem dat in sommige delen van het land verergerd wordt door externe factoren, zoals epidemieën of conflicten. In Ituri zorgen zowel politieke als economische factoren ervoor dat de voedselonzekerheid ferm wordt aangewakkerd. In het door oorlog verscheurde Ituri zijn ondertussen meer dan 1.6 miljoen mensen ontheemd (Norwegian Refugee Council, 2024). De onveiligheid alsook de instabiele economische situatie, maakt dat mensen hun hebben en houden vaak moeten achterlaten.

Ontheemd zijn betekent in heel wat gevallen ook dat je onzeker bent of je je kind iets te eten kunt geven. “Mensen komen vaak op onbekend terrein terecht nadat ze hun huis hebben moeten ontvluchten”, aldus Dr. Houssinnet. “Daardoor is het bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend om aan landbouw te doen en zelfvoorzienend te blijven. Als gevolg kunnen duizenden gezinnen niet aan hun behoeften voldoen.”

 

Dr. Lipelba Houssinnet werkt als Internationaal Technisch Assistent voor Memisa

De situatie in Ituri zorgt er ook voor dat de toegang tot gezondheidszorg voor miljoenen mensen wordt bemoeilijkt. Vooral vrouwen en jonge kinderen worden getroffen. De beperkte toegang tot zorginstellingen in de regio is nefast voor de ondervoeding. Wegens de slechte economische staat waarin heel wat gezinnen verkeren door de bovengenoemde redenen, zijn er vaak geen middelen om een kind te laten verzorgen. Net daarom komt ondervoeding ook veel vaker voor bij gezinnen die het niet breed hebben.

Naast de politieke en economische factoren, beïnvloeden ook vaak voorkomende ziektes in de regio de hoge cijfers van ondervoeding. Verschillende pathologieën zijn alomtegenwoordig in de regio, zoals malaria en bloedarmoede. “Deze aandoeningen zorgen ervoor dat kinderen sneller ondervoed geraken”, legt Dr. Houssinnet uit. Ook het gebrek aan drinkbaar water in de regio brengt complicaties met zich mee die voor een toename in het aantal ondervoede kinderen zorgen. “Wanneer kinderen niet beschikken over drinkbaar water, krijgen ze vaak diarree, waarna ze verzwakken en vatbaarder zijn om ondervoed te geraken.”

Productie en consumptie van lokale voeding

Om de voedselzekerheid van de lokale bevolking in Ituri te verbeteren, tracht Memisa de voedselautonomie te verhogen en verbeteren we het voedingspatroon van kinderen met behulp van lokale producten. “Als alternatief voor de import van kant-en-klare therapeutische gerechten als quick-fix solution, is het op de lange termijn beter om ervoor te zorgen dat bevolking zelf voor de productie van evenwichtige maaltijden en gerechten kan zorgen”, aldus Lipelba.

Om ondervoeding tegen te gaan, reageren veel internationale organisaties door therapeutisch voedsel (zoals plumpy’nut) in te voeren. Hoewel deze oplossing op de korte termijn heel wat kinderen er bovenop kan helpen, is ze op lange termijn niet houdbaar. Om de afhankelijkheid van geïmporteerde producten te verminderen, stimuleert Memisa de bereiding van calorierijke pap voor kinderen die lijden aan ernstige ondervoeding. Ingrediënten voor deze pap zijn lokale producten zoals maïsmeel, olie en pinda’s.

“Als alternatief voor de import van kant-en-klare therapeutische gerechten is het op de lange termijn beter om ervoor te zorgen dat de bevolking zelf evenwichtige maaltijden kan bereiden.”  Dr. Lipelba Houssinnet

 

Evenwichtige maaltijden zijn essentieel om ondervoeding bij kinderen tegen te gaan

Sleutelrol voor gemeenschapswerkers

Gemeenschapswerkers, die door Memisa worden opgeleid, adviseren de mensen ook om verschillende recepten te gebruiken op basis van lokaal voedsel om evenwichtige gerechten te maken. De oorzaak van ondergewicht bij kinderen is niet enkel te wijten aan te weinig eten. Ook door een te eenzijdig dieet krijgen Congolese kinderen niet voldoende essentiële vitamines en voedingsstoffen binnen, wat leidt tot gezondheidsproblemen.

De verbetering van de autonomie wordt gestimuleerd door culinaire demonstratiesessies. “Tijdens deze kookworkshops, die door Memisa worden ondersteund, leren ouders hoe ze evenwichtige maaltijden kunnen bereiden met lokale producten, zodat hun kinderen gevarieerd voedsel krijgen dat rijk is aan micronutriënten”, legt Dr. Houssinet uit.

De gemeenschapswerkers staan rechtstreeks in contact met de lokale gemeenschap en zijn uiterst geschikt om ondervoeding vroegtijdig op te sporen. Daarnaast vervullen ze ook een belangrijke rol in het sensibiliseren van de lokale gemeenschap. Door huisbezoeken uit te voeren, ondersteunen de gemeenschapswerkers de lokale bevolking in hun voedingsgewoonten. “Tijdens huisbezoeken wordt bijvoorbeeld ook aangeraden welke voeding geschikt is voor verschillende leeftijdscategorieën van kinderen.”

Memisa ondersteunt kookworkshops in Ituri

 

Duurzaam mechanisme als reactie op externe factoren

Het mechanisme dat door Memisa werd opgezet om te werken met de productie van gerechten op basis van lokale producten, kwam er als reactie op twee fenomenen. Enerzijds het feit dat door de Ebola-uitbraak in Ituri, alsook de Covid-19-pandemie de grenzen gesloten waren waardoor industriële voeding niet meer kon worden ingevoerd. Een andere reden is dat industriële voeding veel duurder is dan wat lokaal geproduceerd kan worden.

De productie van lokaal voedsel garandeert de beschikbaarheid op lange maar ook op korte termijn. Een van de nadelen van geïmporteerde kant-en-klare maaltijden en producten is de lange logistieke cyclus. “Vaak komen deze producten pas 6 maanden na bestelling aan, veel te lang om de situatie van een ondervoed kind nog te keren”, aldus Dr. Houssinnet. “Door lokaal voedsel te produceren en consumeren, gaan we dit probleem tegen.”

 

Steun ons project

Steun dit jaar de bouw van een medisch centrum in Pay Kongila in de DR Congo

Ik doe een gift